Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 95]
| |
[93] Beede aan Eolus, om goeden wind, en seegen, voor onse vloote.aant.O schrikbaar eiken bosch, bevolkt met denneboomen,
Bekleedt met windge blaân, van kennep, en van vlas,
Nooit stille lange brugh, om langs de Noorder plas,
Die Brittenland omringht, van hier, drooghvoets te koomen:
5[regelnummer]
O hondert wolken tal, dat binnen houte soomen,
De blixemkaamers voert, van dondersiek metaal,
Strax grypt Iupyn, die met een onweers oorloghstraal,
In Duins, Flip sittren deede, uw Haaghsche waatertoomen.
Syn brandende yver gaat de woede hoovaardy
10[regelnummer]
Der Englen, die hun God uit synen throon verstieten,
Verstooren in hun hoop, tot aller heerschappy.
Eool laat ons de gunst van uwen tromp genieten,
Hem dat hy seegen vechte, en vreedige ons paarty,
Zoo sluitmen d'aaders van onnoosel bloed vergieten.
|
|