toelichting |
Het gedicht behandelt de voorbereidingen tot de eerste Engelse oorlog in de zomer van 1652. Na een mislukte aanval op de vloot van Ayscue bij Duins zette Tromp koers naar het noorden om de vloot van Blake aan te tasten, maar een storm bij Hitland (4-5 augustus) sloeg zijn vloot uiteen en dwong hem terug te keren (vgl. ook de Toelichting bij gedicht no. [332]). Het sonnet staat op p. 47 van Six' bundel. |
|
annotatie |
|
|
titel |
eolus: de windgod |
1 |
schrikbaar: angstaanjagend |
|
dennebomen: metonymisch voor: de masten van de schepen |
2 |
windge blaân: bladeren voor de wind (metaforisch voor: de zeilen) |
|
kennep: touw |
|
vlas: linnen |
5 |
hondert wolken tal: metaforisch voor: vloot van honderd zeilschepen. Inderdaad stak Tromp met ongeveer honderd schepen in zee in juli 1652 (Ballhausen, 1923, p. 293). |
|
houte soomen: randen, omheiningen van hout, dwz. de houten scheepsrompen |
6 |
blixemkaamers: nl. de kruitkamers |
|
van: voor |
|
dondersiek metaal: dwz. de kanonnen |
7 |
Iupyn: Jupiter, dwz. Tromp |
|
een onweers oorloghstraal: een oorlogs-bliksemschicht. Bliksemschichten zijn Jupiters vaste attribuut. |
8 |
Duins: in de slag bij Duins versloeg Tromp de Armada van Filips iv (oktober 1639). |
|
Haaghsche waatertoomen: Haagse leidsels voor een waterdier, dwz. het door de Staten aan Tromp opgedragen bewind over de vloot |
9 |
woede: dolle |
10 |
Englen: voor: Engelsen, met een verwijzing naar de opstand van de engelen tegen God |
|
hun God: dwz. koning Karel i, in 1649 onthoofd |
11 |
hun hoop, tot aller heerschappy: hun verlangen over iedereen te heersen |
12 |
tromp: blazende mond (vgl. wnt xvii, ii, 3160) |
13 |
Hem: Maak het hem (nl. Tromp) mogelijk (met samentrekking van laat [...] de gunst uit r. 12) |