Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 90]
| |
[88] Aan N. v. Liebergen.aant.Liebergen scherts', en veinsenhaater,
Die my gestaagh confrater heet,
Sints wy in Vrankryk, goed en leed,
Saam leeden, op het land, en waater:
5[regelnummer]
Hoe komt het dat ghy, schoone praater,
My tienmaal noodight, op een beet
Van 't draagmaal, en nochtans vergeet?
Confrater zoo doet geen confrater.
Ik dank u, als nu onverplicht
10[regelnummer]
Tot dank, om dat ik niet begeerde
Te slachten een ondankbaar wight.
Dat van Grenier, een Rechtsgeleerde,
Ons reisbroer, gefeesteert, 't gesicht
Hier onbekent quansuis, stout keerde.
|
|