[88] Aan N. v. Liebergen (p. 90)
toelichting |
Evenals Abraham Grenier was N. van Liebergen een ‘reisbroer’ van Six tijdens de reis door Frankrijk in 1649. Van Liebergen had Six nadien kennelijk meerdere malen uitgenodigd voor een maaltijd, maar had hem, toen hij werkelijk een maaltijd gaf, vergeten uit te nodigen. Six bedankt hem enigszins stekelig voor de eer van zijn eerdere uitnodigingen. Van Liebergens vergeetachtigheid behoedt hem (Six) voor onhoffelijkheid, laat hij hem weten en hij wil daarmee zeggen dat hij een nieuwe uitnodiging zeker zal afslaan. |
|
Over N. van Liebergen heb ik geen nadere bijzonderheden kunnen vinden; hij was mogelijk een kleinzoon van de Bosschenaar Paulus van Liebergen (1551-...), die in 1596 poorter van Amsterdam was geworden, en een broer of neef van Grietge van Liebergen, die in 1642 was getrouwd met de wijnverlater Isaäc Jansz. Calkoen (Elias, Vroedschap ii, p. 560-561 en p. 656). Zijn naam komt in Six' bundel alleen op deze plaats voor. Het sonnet staat op p. 45 van Six' bundel. |
|
annotatie |
|
|
1 |
scherts', en veinsenhaater: hater van spot en veinzerij (vgl. wnt xiv, 521) |
2 |
gestaagh: gedurig, steeds |
|
heet: noemt |
4 |
en waater: nl. bij het reizen over de rivieren en door het Kanaal (de gebruikelijke reisroute naar Frankrijk, vgl. Frank-van Westrienen, 1983, p. 88) |
6-7 |
een beet Van 't draagmaal: een hapje eten bij een in gangen opgediende maaltijd (vgl. Frederiks, 1883, p. 275)(?) |
7 |
en nochtans vergeet: en mij desondanks vergeet |
8 |
zoo doet geen confrater: dat (nl. een vriend vergeten) doet een ‘confrater’ niet |
| |