Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 84]
| |
[82] Op het aanhooren van oovereenstemmend gesangh en snaarspel.aant.Ha blyde Heemelen! myn ingewanden springen
Van vreuchde, in d'ooren, soet gekittelt op den toon
Van orgels, violons, en fluiten duisendschoon,
Gepaart aan keelen, die uw soons geboorte singen.
5[regelnummer]
Ha blyde Heemelen! kan 't aardsche ons hart doordringen,
Zoo lieflik, en van hier op voeren, naa Gods throon?
Waar voer de ziel van hen, die 't baaren van syn soon,
Uit lofgesangen, van uw Englen selfs, ontfingen?
Ha blyde Heemelen! verheught my dit gesingh,
10[regelnummer]
Verheught de Harders dat van duisend Engeltoonen,
Wat vreuchde schiep hy, die uw saalicheit ontfingh?
Haa blyde Heemelen! vol millioenen kroonen,
Staagh juichende, op den aam dier starren onderlingh,
Myn geest verlanght by dat halleluja te woonen.
|
|