Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 56]
| |
[54] Sucht naa het vaaderland, op de reise door het geberghte Morena.aant.O Amstel aardsche Son, Europes dachlantaaren,
Die om de werreld licht, om wien de werreld keert,
Myn kleine werreld, met uw goude bloem vereert,
Wendt naa uw Majesteit, omreisende, syn blaaren.
5[regelnummer]
O gloênde barnesteen, gebooren uit de baaren,
Met welke Apol syn kar juweelende vermeert,
Als om syn soon getraant, van Iovis vlam verteert,
Lyk stroo van u verhit, wensch ik u staagh te naaren.
Myn kostlik Vaaderland, hoe dikwils ik den ringh
10[regelnummer]
Meer omtrek, met een trek van aarde voorgenoomen,
Zoo trekt uw seilsteen myn gedachten sonderlingh.
Men kent uw waarde, o Y, besiende vremde stroomen.
Beklim ik hier een bergh, die in de wolken hingh,
'k Sucht t'uwaarts zal ik in 't beloofde land weer koomen?
|
|