Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 53]
| |
[51] Op de ongelykmaaticheit der bruggen oover de rivieren van Sivilie en Madril.aant.Sivilie en Triaan doen niet dan stroomen huilen,
Uit d'arme vlotbrugh in den stroom Guadalquebier,
Sy ascht beschaamt haar rugh langs zoo een hoofdrivier,
Onnoodiger om hoogh gekroont van steene suilen.
5[regelnummer]
De Segoviaansche brugh, langhs Guadarramaas kuilen,
Weent niet dan kalk en gruis, om dat se haar zoo dier,
En prachtich aanschyn niet mach spieglen trots en fier,
In een rivier, waar in rivieren koomen schuilen.
Senjoor hoe paait men se? wat dunkt u, waart ook quaad,
10[regelnummer]
De Kooningh last gaf, dat de Madrillees syn muilen
Dee stallen, in de vliet, tot Mansannares baat?
De Siviljaansche brugh, die kan men licht verruilen,
En metslen van de steen, in overvloed op straat
Te soeken, sonder dat men gaaten maakt en builen.
|
|