Gedichten (2 delen)(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 52] [p. 52] [50] [Op het blanketten van 't vrouwvolk in Spanje.] X.aant. Hoort niemand dan gebreeken te geneesen? Want smetten in 't gelaat zyn een gebrek. Wat baaten ons geneeskonst, en 't gerek Des artsenys, zoo Goddelyk gepreesen? 5[regelnummer] Dat heilsaam licht geensins vergeefs gereesen, Heeft eevenwel syn lynen van bestek, Dat lyk de mensch, uit 't algemeine hek, In 't leeven kroop, hy blyven most van weesen: Ten waar de kunst een wangebooren kind, 10[regelnummer] Of ouder van wat leeliks kon verschoonen, Sy sie dan, of sy 's Heemels seegen vindt. Maar anders waar de hoovaardy, haar koonen, Natuur ten trots te schildren onderwindt, Daar komt de slangh syn vleijige appels toonen. Vorige Volgende