annotatie |
|
|
1 |
hoort [...] te geneesen?: Mag ... genezen? |
3 |
Wat baaten ons: dwz. Welk voordeel bieden ons dan ... nog? |
|
't gerek: het gerief, de baat (wnt iv, 1655, deze plaats) |
5 |
Dat beilsaam licht: nl. van geneeskunde en medicijnen |
|
geensins vergeefs gereesen: dat zeker niet voor niets is geschapen |
6 |
syn lynen van bestek: zijn grenslijnen, zijn beperkingen (wnt ii, ii, 2123) |
7-8 |
Dat ... weesen: Zodat de mens van uiterlijk zijn leven lang net zo moet blijven als hij in het leven gekropen is vanuit het ‘omheinde gebied’ (dwz. net zo moet blijven als hij geboren is). Het algemeine hek is Six' beeld voor de plaats waar de mens zich bevindt voordat hij zijn aardse verschijningsvorm krijgt. De metafoor verwijst naar de van oorsprong platonische voorstelling van de ‘anima mundi’, waarin in samenhang de concepten verkeren van al wat op aarde bestaat. In de renaissance werd de ‘anima mundi’ veelal geïnterpreteerd als een onbegrensde ‘wereldziel’, waarvan zich steeds een deel zou isoleren om enige tijd te verblijven in een sterfelijk mens (Heninger, 1974, p. 47-48 en p. 265-266). |
9-11 |
Ten ... vindt: Met als enige uitzondering dat de geneeskunst, als zij in staat zou zijn een wanschapen mens, kind of volwassene, te helpen, dat dan maar moet doen, op hoop van hemelse zegen. |
12 |
Maar anders waar: Maar in de andere gevallen, wanneer |
13 |
Natuur ten trots: Om de natuur te overtreffen |
|
onderwindt: zich ertoe zet, het waagt (vgl. wnt x, 1518-1519) |
14 |
Daar komt: Dan komt daarbij |
|
vleijige: verleidelijke |