Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 25]
| |
[23] Op Kristus heemelvaart.aant.Daar vaart Messias van des oliheuvels top
Om hoogh, van aadelaar, noch vuurge kar gedraagen,
Maar als verwinner, op der wolken seegewaagen,
Ontmoetend Englen heir, keert juichend met hem op.
5[regelnummer]
De Dood en Lucifer aan keetnen, om hun kop,
En klaauwen van helsch vuur, schoorvoetende vertraagen
Den optocht, kan het zyn, sy houden 't oogh geslaagen
Om laagh, van schaamte en spyt, met een geswollen krop.
Juich menschen, menschen juich, met gorgelen, en snaaren,
10[regelnummer]
De seege seegent meest het menschelyk geslacht,
Flus van den Hel geboeit, ontboeit op aard gevaaren.
De Nazareener held, die spoeit voor uit ter wacht,
Op dat hy u berei de plaats der Heemelschaaren.
Van waar hy heerlyk daal ten oordeel met Gods macht.
|
|