heid daar
in te brengen, 't geen nogtans de Schryver heeft willen vermyden: dit blykt aan
de Getrouwe Herder, van Potter overgezet; 't geen een treffelyk werk is, maar
eenigsints veranderd door de verandering van verssen: Zoo is d'overzetting van
deeze Amintas in de Fransse taal in zig zelf goed, maar wykt veeltyds geheel af
van de gedagten die Tasso heeft, werdende om 't rym somtyds iets overtolliges
daar by gevoegt, of iets daar nogtans aardigheid in steekt: uitgelaaten, Zoo
vind men Anakreon in 't Frans overgezet; maar 't geen in 't Grieks geestige
deuntjes zyn, zyn in de vertaaling deftige gedigten geworden, die wel fraay zyn,
maar naa d'oorspronklyke niet gelyken.
Ik verbeel my derhalven (hoe zeer deeze slag van verssen iemand mogt behaagen of
mishaagen) dat men deeze werkjes allerbest kan overzetten, met dezelve trant van
verssen te houden die ze in d'oorspronklyke taal hebben. Een ander had dit
mischien gelukkiger konnen uitvoeren, maar ik heb 't eens ondernomen; en overal
zoo naa mogelyk dezelve trant van verssen gehouden, die ik in 't Italiaans
gevonden heb; de lange & korte regels van even veel lettergreepen
gemaakt; daar ik lange of korte regels vond; heb ik ook zoodaanige gebruikt in
myn vertaaling, en waar in 't Italiaans eenig rym was, ook een rym tragten in te
brengen: want ik bemerk klaar, dat Tasso zulks niet zonder reden gedaan heeft;
dat sommige stof veel aardiger valt in de korte regeltjes, en dat hier en daar
een ryment versje tussen beiden mede een sierlykheid geeft, die wel voegt met
het onderwerp van zulke redeneringen, daar men dezelve vind: de Reyen tussen de
bedryven, die in 't Italiaans op rym zyn, heb ook op rym gemaakt, en ook zo veel
mogelyk getragt, dezelve trant van rym & regels te behouden: op dezelve
wys heb overgezet het vers van de weg geloopen Min ('t geen
hier als een Naa-reden stel, schoon ik weet sommige het voor een byzonder vers
houden) daar ook omtrent zo veel en weinig rym in heb zoeken te brengen, als het
in 't Italiaans heeft.
Wat daar van zy, 't zal my lief zyn, indien deeze myne Overzetting maar
eenigsints bequaam zyn mag, om dit roemwaarde Bosch-tonneel-spel van Tasso in
onze Nederduitse taal uit te beelden, 't geen tot nog toe maar in onrym geschied
is; behalven dat ik nu verstaa, een vermaard Digter bezig is met deezen Amintas,
in maatlooze verssen te vertaalen: al 't geen gezien heb, dat uyt zyn pen
gevloeyd is, doet my niet twyffelen, of zyn overzetting zal ten minsten zoo
aangenaam als de myne weezen; maar 't zal beter zyn, dat dit pronkstuk van Tasso
op tweederleye wyze te voorschyn kome, als dat het langer voor de Nederlandze
konst-beminnaars verborgen blyve.
[...]