't Word grooter plas: maar niet zo 't was. Nederlandse beschouwingen over vertalen 1670-1760
(1992)–C.W. Schoneveld– Auteursrechtelijk beschermdVertaalhistorie. Deel 3
C.W. Schoneveld (ed.), 't Word grooter plas: maar niet zo 't was. Nederlandse beschouwingen over vertalen 1670-1760. Stichting Bibliographia Neerlandica, Den Haag 1992
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: S.Ned. 27 3803
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van 't Word grooter plas: maar niet zo 't was. Nederlandse beschouwingen over vertalen 1670-1760 uit 1992, samengesteld door C.W. Schoneveld. Het betreft deel 3 uit de reeks Vertaalhistorie.
redactionele ingrepen
p. 138-141: De noten zijn bij de bijbehorende nootverwijzingen op de betreffende pagina's geplaatst. De kop ‘Noten’ en de pagina's 138-141 zijn hierdoor komen te vervallen.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, 16, 18, 142, 146 en 150) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[binnenkant voorplat]
Reeks
VERTAALHISTORIE
onder redactie van Dirk Delabastita, Theo Hermans en Luc Korpel
Deel 1. | Studies over Nederlandse vertalingen. Een bibliografische lijst Samengesteld door Theo Hermans |
Deel 3. | 't Wordt grooter plas, Maar niet zoo 't was. Nederlandse beschouwingen over vertalen, 1670-1760 Verzameld en ingeleid door C.W. Schoneveld |
Te verschijnen:
Deel 2. | Door eenen engen hals. Nederlandse beschouwingen over vertalen, 1550-1670 Samengesteld en ingeleid door Theo Hermans |
Deel 4. | In Nederduitsch gewaad. Nederlandse beschouwingen over vertalen, 1760-1820 Samengesteld en ingeleid door L.G. Korpel |
Deel 5. | Vertalen, verschalen. Nederlandse beschouwingen over vertalen, 1820-1900 Samengesteld en ingeleid door Raymond van den Broeck |
Deel 6. | Een vorm van lezen. Nederlandse beschouwingen over vertalen, 1900-1940 Samengesteld en ingeleid door Kitty van Leuven-Zwart en Ton Naaijkens |
[pagina ongenummerd (p. I)]
'T WORD GROOTER PLAS:
MAAR NIET ZO 'T WAS
[pagina ongenummerd (p. III)]
'T WORD GROOTER PLAS:
MAAR NIET ZO 'T WAS
Nederlandse beschouwingen over
vertalen
1670-1760
verzameld en ingeleid door
C.W. Schoneveld
's-Gravenhage
Stichting Bibliographia Neerlandica
1992
[pagina ongenummerd (p. IV)]
CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG
Word
't word grooter plas: maar niet zo 't was: Nederlandse beschouwingen over vertalen 1670-1760/verz. en ingel. door C.W. Schoneveld. - 's-Gravenhage: Stichting Bibliographia Neerlandica. - (Vertaalhistorie; dl. 3)
Met lit. opg., reg.
ISBN 90-71313-40-9
NUGI951
Trefw.: vertalen; Nederland; geschiedenis; essays.
Omslagontwerp: Jaap van Zijderveld, Rijswijk
Op het omslag: Literaire landkaart uit: Gemengelde Parnasloof (Amsterdam, 1693)
Druk: Enroprint BV, Rijswijk
[pagina 1]
INHOUD
INLEIDING | 5 | |
TEKSTEN | ||
1. | Johannes Grindal (vert.): Sir Thomas Browne, Pseudo-doxia epidemica. Dat is beschryvinge van verscheyde algemene dwalingen des volks, Amsterdam, 1668. Uit: ‘d'Overzetter aan den lezer’ | 19 |
2. | [David Lingelbach], in: Het huwelyk van Orondates en Statira, Amsterdam, 1670. Uit: ‘Dichtkunstigh ondersoek en oordeel van het treurspel Orondates en Statira’ (pp. 63-88) | 20 |
3. | Joan Blasius (vert.): P. Scarron, De edelmoedige vyanden, derde druk, Amsterdam, 1671. Uit: ‘Opdracht’ | 27 |
4. | [David Lingelbach] (vert.): Plautus, De gelyke twélingen, tweede druk, Amsterdam, 1677. Uit: ‘Voorréde’ | 30 |
5. | Andries Pels (vert. en bewerker), Q. Horatius Flaccus Dichtkunst op onze tyden én zéden gepast, Amsterdam, 1677. Uit: ‘Voorréde aan den leezer’ | 33 |
6. | Joan Dullaart (vert.): Balzac, Aristippus, of van het ampt der hooge staatsbedienaars, Leeuwarden, 1677. Uit: ‘Opdracht’ | 36 |
7. | [Ysbrand Vincent], in: Onderwys in de tooneel-poëzy, [manuscript, 1678]. Uit: ‘Caput 15’ | 38 |
8. | Joan Dullaart (vert.): Racine, Ifigenie in Aulis, Amsterdam, 1679. Uit: ‘Opdracht’ | 39 |
9. | Andries Pels, uit: Gebruik én misbruik des tooneels, Amsterdam, 1681 | 40 |
10. | Thomas Arentz (vert.): Racine, Ifigenia, Amsterdam, 1683. ‘Aan den leezer’ | 43 |
11. | Geraard Brandt, in: P.C. Hooft (vert.): Tacitus, Jaarboeken en Historiën, Amsterdam, 1684. Uit: ‘Voorreede’ | 44 |
12. | Pieter Rabus (vert.): Erasmus, Samenspraken, Rotterdam, 1684. Uit: ‘De vertaler aan den lezer’ | 47 |
13. | Willem Sewel (vert.): Gilbert Burnet, Kort-begryp van de historie der reformatie van Engeland, Amsterdam, 1690. Uit: ‘Bericht des overzetters aan den leezer’ | 50 |
14. | Cornelis Hoofman (vert.): Tasso, Amintas, Amsterdam, 1711. Uit: ‘De vertaaler aan den leezer’ | 52 |
15. | David van Hoogstraten, in: Sidney, Verdediging der poëzy, vert. door Joan de Haes, Rotterdam, 1712. Uit: ‘Aen den heere Joan de Haes’ | 54 |
16. | Jan Baptista Wellekens (vert.): Tasso, Aminta, Amsterdam, 1715. Uit: ‘Bericht...’ | 57 |
17. | Jan Baptista Wellekens (vert.): Tasso, Aminta, Amsterdam, 1715. Uit: ‘Verhandeling van het herderdicht’ | 62 |
18. | Hermannus Angelkot (vert.): Addison, Cato, of de ondergang der Roomsche vryheid, Amsterdam, 1715. ‘Voorreden’ | 65 |
19. | [Jacob Zeeus], in: Boileau, De mensch dwaazer als het dier, [door Jacob Zeeus] herziene uitgave [van de vertaling door Pieter Le Clercq], Den Haag, 1715. Uit: ‘Voorrede’ | 67 |
20. | Koenraad Droste (vert.): Homerus, Odyssee, Rotterdam, 1719. ‘Voorreeden’ | 70 |
21. | Arnold Hoogvliet (vert.): Ovidius, Feestdagen, in Hollandts dicht vertaalt, Delft / Rotterdam, 1719. Uit:Voorbericht’ | 72 |
22. | Balthasar Huydecoper (vert.): Corneille, Edipus, Amsterdam, 1720. Uit: ‘Voorrede’ | 76 |
[pagina 3]
23. | A.G. L[uiscius], R[echts] G[eleerde] (vert.): Addison en Steele, De spectator of verrezene Socrates, deel 1, Amsterdam, 1720. Uit: ‘Voorbericht des overzetters’ | 82 |
24. | Willem van Ranouw, De examinator, Amsterdam, 1720. Uit: nummer 43 [naar J. Locke] | 84 |
25. | Koenraad Droste (vert.): Homerus, Ilias, Rotterdam, 1721. Uit: ‘Voorreden’ | 87 |
26. | Pieter Le Clercq (vert.): [Addison en Steele], De spectator of verrezene Socrates, deel 1, tweede druk, Amsterdam, 1725. Uit: ‘Voorbericht des overzetters’ | 89 |
27. | Jacobus van Zanten (vert.): Milton, 't Paradys verlooren, Haarlem, 1728. Uit: ‘Opdracht’ en ‘Voorreeden’ | 90 |
28. | Richard Steele, De guardian, vert. door Pieter Le Clercq, Rotterdam / Amsterdam, 1730. Uit: deel 2, nummer 62 | 93 |
29. | Balthasar Huydecoper, Proeve van taal- en dichtkunde; in vrymoedige aanmerkingen op Vondels vertaalde herscheppingen van Ovidius, Amsterdam, 1730, pp. 4-6 en 100-101 | 95 |
30. | L[ambertus] P[aludanus] (vert.): Milton, Het paradys verlooren, Amsterdam, 1730. Uit: ‘Voorbericht aan den leezer’ | 100 |
31. | Anonymus (vert.): Boccaccio, Aardige en vermakelyke historien, Keulen [= Amsterdam], 1732. Uit: ‘Voorbericht van den overzetter’ | 102 |
32. | Sybrand Feitama (vert.): Fénelon, Telemachus, Amsterdam, 1733. Uit: ‘Voorrede’ | 105 |
33. | Balthasar Huydecoper (vert.): Horatius, Hekeldichten, Amsterdam, 1737. Uit: ‘Voorrede’ | 115 |
34. | Charles Sebille (vert.): Corneille, Pompeius, Amsterdam, 1737. Uit: ‘Bericht’ | 120 |
[pagina 4]
35. | Johannes Stinstra (vert.): Richardson, Clarissa, of de historie van eene jonge juffer, deel 1, Harlingen, 1752. Uit: ‘Voorreden van den Vertaaler’ | 123 |
36. | [A. Gouverno], Zedekundige, oordeelkundige, staatkundige en vermakelyke brieven, Amsterdam, [na 1752]. Uit: nummer 10, ‘Aanmerkingen over het schryven van toneelstukken in vaerzen of in proos’ | 128 |
37. | Jan Hudde Dedel (vert.): Boileau, Vijf hekeldichten, 's-Gravenhage, 1754. Uit: ‘Berecht aen den leezer’ | 130 |
38. | [Martin Schagen] (vert.): J. Hervey, Godvruchtige overdenkingen over het beschouwen van grafsteden, Amsterdam, 1754. Uit: ‘Voorrede van den vertaler’ | 136 |
NOTEN | 139 | |
GERAADPLEEGDE LITERATUUR | 143 | |
PERSONENREGISTER | 147 |