Met en zonder lauwerkrans
(1997)–M.A. Schenkeveld-van der Dussen– Auteursrechtelijk beschermdSchrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850 van Anna Bijns tot Elise van Calcar
[pagina 330]
| |
Een ondernemende vrouw, vertrouwd met de engelen
| |
Rijmgebed tot den H. Engelbewaarder‘Wonden waren dan geen wonden’. In dit vlot geschreven trocheïsch ‘rijmgebed’ tot de engelbewaarder verbindt Catharina Peremans de devotie tot de hemelgeesten met die tot de Wonden van Christus. De combinatie komt vaker voor in gebeden voor een goede dood. De begijn kon blijkbaar niet alleen goed orgelspelen: ze had ook de trocheïsche dichtmaat van pater Poirters c.s. redelijk goed in de vingers. | |
Rijmgebed tot den H. Engelbewaarder
Zoeten Engel, edel wachte
Die bij dagen en bij nachte
Overal mijn ziel bevrijdt
Tegen duivels list en strijd,
5[regelnummer]
Als de bleke dood zal komen,
Zult gij mij dan ook vervromenGa naar voetnoot6.
Als mijn bange ziel vol schrik
Geven zal den lesten snik?
Aan die uur is 't al gelegen.
| |
[pagina 331]
| |
59 Anoniem, Catharina Peremans, geknield in biddende houding voor Maria en kind (Paneel, 1677)
| |
[pagina 332]
| |
10[regelnummer]
Op het eind' dan van mijn wegen,
Als het op een scheiden gaat
En Gods oordeel voor mij staat,
Komt dan Engel mij bevrijden,
Wilt kloekmoedig voor mij strijden.
15[regelnummer]
Doet mij wel indachtig zijn
Jezus' wonden en zijn pijn,
Want het steunsel van te hopen
Zijn vijf wonden die staan open.
Het is Jezus' dierbaar bloed
20[regelnummer]
Dat mij zalig maken moet.
En Maria vol genaden,
Hoop ik, en zal niet versmaden
Mijne zuchten voor mijn dood.
Neen, 't is troostig in den nood.
25[regelnummer]
Als ik dan de dood zie naken
En den pijl zie veerdig makenGa naar voetnoot26.
Dunkt mij goed, eer hij mij wondt,
't Samaritaanse vrouwken vondGa naar voetnoot28:
Eer ik in den Heer ontslape,
30[regelnummer]
Ik met haar twee houtenGa naar voetnoot30 rape.
O twee houten! O dat kruis
Is den schroomGa naar voetnoot32 van 't hels gedruis.
Zalig kruis, zo rijk bepereld,
Groten standaard van de wereld
35[regelnummer]
Waarop Christus is geplant
Die vijf wonden openspant,
Zalig kruis door dees vijf wonden
Waarop wij ons hope gronden,
Altijd toevlucht in den nood,
40[regelnummer]
Maar bijzonder in den dood,
Als den asem, als het leven
Nu op 't einde gaan begeven,
Als degeen' die bij mij staan,
Zeggen: 't is met hem gedaan.
45[regelnummer]
Dan zal ik met vast betrouwen
Jezus aan het kruis aanschouwen.
Ik zal met den moordenaar
Nemen tijd en wonden waar.
'k Zal hem drukken aan mijn herte
50[regelnummer]
Tot verlichting van zijn smerte.
Zijn vijf wonden zijn alleen
Mijnen troost en anders geen.
Och! wat troost zal mij dat geven
Op het einde van mijn leven,
55[regelnummer]
Als het kruis zal voor mij staan
En daar mijnen Jezus aan.
Jezus, zo doorwond, doorstekenGa naar voetnoot57,
| |
[pagina 333]
| |
Uit wiens wonden balsem leken,
Die ons, zondaars, heeft bemind
60[regelnummer]
Meer als moeder ooit haar kind.
Zoeten Jezus, vriend der vrienden,
Wat een vlam ging u verslinden,
Als gij stierft de bitter dood?
Och, uw liefde is te groot!
65[regelnummer]
Zulk een dood voor zulke mensen!
Ach wie had dat dervenGa naar voetnoot66 wensen?
's Vaders woord en enig Zoon
Treedt en daalt uit zijnen troon
En neemt aan des werelds zonden
70[regelnummer]
En betaalt die met zijn wonden
En omhelst den wreedsten pijn
Opdat ik zou zalig zijn.
Zalig, hoop ik, zal ik wezen
Door uw wonden uitgelezen,
75[regelnummer]
Door uw wonden, door uw bloed,
Hoop ik, Jezus, 't eeuwig goed.
Wil de vijand mij bekoren,
Zegt hij dat ik ga verloren,
Ik zal roepen, dreigt hij mij:
80[regelnummer]
Jezus, Jezus, staat mij bij,
Jezus, in uw open ermenGa naar voetnoot81,
Jezus, wilt mij daar ontfermen,
Jezus, mijn SamaritaanGa naar voetnoot83,
Jezus, bloedig pelikaanGa naar voetnoot84,
85[regelnummer]
Als mijn leden dan gaan beven,
Als de krachten mij begeven,
Als mijn lippen worden peersGa naar voetnoot87,
Als ik houden zal de keersGa naar voetnoot88,
Laaft mij dan met die siropen
90[regelnummer]
Die uit uwe wonden lopen,
Geeft mij in die bange uur
Van dit dierbaar confituur.
Wilt, Maria, mij geweerdenGa naar voetnoot93
Dan wat van uw zeven zweerdenGa naar voetnoot94,
95[regelnummer]
Laat mij van uw droefste pijn
In mijn dood deelachtig zijn.
't Paradijs dat is gevonden
Door uw droefheid, door zijn wonden
En ik geef, heel onbevreesd
100[regelnummer]
In zijn wonden mijnen geest.
Leert mij, Engel, die nu eren,
Overdenken, mediteren
En uit al der zielen kracht
Die doorgronden, dag en nacht.
105[regelnummer]
Laat mij nu uw leerkind wezen,
| |
[pagina 334]
| |
Leert mij ook dit kransken lezenGa naar voetnoot106
Opdat ik met hert en mond
Groet zijn vijfderhande wond.
Och, dat uit mijn hert ontsprongen
110[regelnummer]
Duizend cherubijnse tongen!
Och, dat in mijn ziele kwam
Enen serafijn vol vlam!
Dat de bladers van de bomen,
Dat het riet langs al de stromen,
115[regelnummer]
Dat het groen ontelbaar gras
Ieder een trompette was,
Opdat zij met hunne slagenGa naar voetnoot117
Heel de wereld mochten dagenGa naar voetnoot118
Dat z' uw wonden, dat z' uw bloed
120[regelnummer]
Vielen alledaag te voet.
Wonden waren dan geen wonden,
Zonden bleven dan geen zonden,
Want dat waar troost in uw pijn
En wij zouden zalig zijn.
Bron |
|