De Oudheid in het Nederlands
(1992)–Patrick De Rynck, Andries Welkenhuysen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 392]
| |
Zeno Citieus(Zeno van Citium; ca. 333-262 v.C.). Grieks filosoof uit het Cyprische Citium, actief te Athene waar hij de grondlegger was van de Stoa. Van zijn omvangrijke oeuvre zijn slechts luttele fragmenten bewaard. Het is bovendien moeilijk uit te maken welke inbreng aan Zeno moet worden toegeschreven en wat aan zijn directe opvolgers Cleanthes en Chrysippus.
*Helikoon, 1942, p. 341-342. - Vert. van 8 uitspraken, door A. Kriekemans. *Jong, Antieke wijsheid, 1952, p. 27. - Vert. van ‘enkele aanhalingen’. | |
Zeno Eleaticus(Zeno van Elea; ca. 495-na 445 v.C.). Grieks filosoof, die beroemd is geworden met zijn argumenten ‘tegen de veelheid’ en vooral ‘tegen de beweging’ (o.m. Achilles en de schildpad). Met zijn stellingen poogde hij de leer van Parmenides kracht bij te zetten en te verdedigen.
*Raedemaeker, Vóórsokratici, 1953, p. 184-191. - De citaten, en testimonia. *Parmenides-Zeno, Het leerdicht en de paradoxen. Fragmenten, vertaald en van wijsgerig en historisch commentaar voorzien door J. Mansfeld (Agora Editie), Kampen, Kok Agora, 1988. | |
Zosimus(ca. 500 n.C.). Grieks historicus, auteur van een (onvoltooid?) werk met de titel Historiae (Geschiedenis; 6 boeken). Daarin verhaalt hij, na een algemene inleiding, de geschiedenis van de Romeinse keizertijd tot 282. Daarna volgt een uitvoeriger behandeling van de periode 306-410. Bij gebrek aan betere bronnen is het werk voor een aantal deelaspecten belangrijk.
*de Bruin (Florentius), De Eeuw-spelen der oude Romeinen..., Amst., Borstius, 1703, p. 99-101. - Vert. van 2, 6 in vv. *van Schevichaven (H.D.J.), Bijdragen tot eene geschiedenis der Bataven..., Leiden, Brill, 1875, p. 117-123, passim. - Vert. van 3, 5-8. *Hadas/Schwartz, Geschiedenis van Rome, 1959, passim. - 7 korte fragm. *Beliën, Geschiedenis, 1981, p. 273-274. - Vert. van 2, 32-33, door H.J. Hekkert. |
|