De vlessen, rakende de Anatomie, zyn ruym 1300 in getale.
Om nu nog niet te spreeken van een groot Cabinet, waar in de groote viervoetige gebalsemde Dieren bewaart worden.
Als mede van veelvoudige Rotzen, waar op gezet, ook op gewassen zyn, zeer veelerhande Coralen, Zee-takken, en andere taken meer.
Voegt hier ook nog by een kleen Cabinet, met de gebreken of ongemakken der menschen opgevult, dewelke zoo wel, en natuurlyk met haare couleur gebalsemt en geconserveert zyn, datze als vers uyt het lighaam schynen gekomen te zyn. Onder deze vintmen het inschieten van het eene gedeelte des darms in 't ander. De aderige vlegtinge in waterblaaskens verandert, waar van die mensch ontzinning was gestorven. De milt met hagelgelykende geswellekens vervult; een steentje uyt de gal-blaas, door de stoelgang gelost. Een stuk van een verswoore long, van een die de teering hadt. Een stuk van de lever, in waterblaazen verandert. Een stuk van 't dy-been, 't welk in den hals van 't been gebrooken zynde, bevonden word zonder eenig overblyfzel van den hals: alwaar de natuur in plaats van den hals, veele zeer sterke banden voortgebragt heeft. De moeder-koek in waterblaaskens ontaart. En werden deze en andere zaken in de vogt bewaart, ten eynde niemand aan de waarheyt en zoude twyfelen.
Van de Hoorntjes, Schulpen, en in een steen verandert goed, zal ik niet veel zeggen, alzoo daar maar 2. Cabinetten van hebbe opgevult en in ordre gelegt, de rest in groot getale zynde werden nog buyten de Cabinetten gevonden.
Hierom dan, zoo ist, dot ik oordeele best te zyn, (na het uyt geven van dit Cabinet) my wederom te begeven tot het verder beschryven der resterende Cabinetten, s'menschen lighaam rakende, 't welk ik gaarne voor myn dood zoude willen valbrengen, zoo God Almagtig my zoo lang 't leven geliefde te vergunnen.
Alle deze zaken overwagen zynde, zoo is 't niet te verwonderen, dot niemand, tot nu toe, alles heeft bezien, 't welk in myn 5 Camers, zoo groote als kleene verzamelt is, want wynige zyn gekomen tot de 3, en veel min tot de vierde en vyfde, zoo om de kortheyd des tyds, als om dat zy versadigt zynde, haar niet verder hebben begeven. Ik heb zommige voorgeslagen, dat indien zy alles milde zien, ik haar gelegentheyd zal geven, om tweemaal s' weeks te komen, en dat op een zeker bequaam uur voor my, zulkx considerende als een gemeene medicynsche consulatie of visite.
Zulks heb ik voormaals (wanneer myne verzameling nog zoo groot niet was, ontrent s'menschen lighaam) met eenige byzondere weetgierige studenten in de Medicynen ondernomen, menende 't zelve binnen drie maanden wel te konnen verrigt werden, edog hoewel wy alle dagen een uur, en menigmaal longer, beezig waaren, zoo konden wy nog de twede kamer niet verhandelen; het is wel waar, dat wy daar niet haastig over been liepen; want yder voorwerp wierd naukeurig, gelyk zulks behoort, bezien.
Men kan van een hooge plaats de geheele stad van Amsterdam, wel by na in een ogenblik zien, maar niet yder huys, veel min 't geen in elk huys onthouden werd: alzoo mede is 't gelegen met deze myn 47 Jarige Collectie, die men in geen korte tyd kan bezien.
Ondertusschen wensch ik Waardige Lezer, dat gy deze myne beschryving van 't eerste Cabinet der Dieren met een gunstig oog wild aanzien, en wie zulks zoude willen beknibbelen, wensch ik beter zinnen.