Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken
(1744)–Fredericus Ruysch– AuteursrechtvrijFredericus Ruysch, Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken. Janssoons van Waesberge, Amsterdam 1744
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
scans van exemplaar Universiteitsbibliotheek Utrecht, signatuur: MAG: N QU 298 / MAG: ODU 322
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken van Fredericus Ruysch uit 1744.
redactionele ingrepen
Aan het begin van elk deel is tussen vierkante haken een kop toegevoegd. Binnen deel 1 begint de paginering opnieuw na paginanummer 104.
Alle ingeschoten pagina's zijn genummerd met behulp van een asterisk. Ze hebben allemaal een blanco achterkant.
Deel 1:
p. 29, 53 (nieuwe paginering): een aantal in het origineel onleesbare tekens zijn hier vervangen door ‘[...]’.
p. 296: deze pagina heeft in het origineel per abuis paginanummer 395 gekregen. In deze digitale versie is dat verbeterd.
Vanaf pagina 552 klopt de paginering in het origineel niet meer. Na deze pagina volgt paginanummer 554. Dit paginanummer is in deze digitale versie verbeterd naar 553. Daarna vervolgt de paginering vanaf nummer 546. De paginanummers 546 tot en met 553 komen zodoende tweemaal voor.
Deel 2:
Tussen de pagina's 860 en 861 zitten twee blanco pagina's die niet opgenomen zijn in de paginering.
Deel 3:
p. 937: in het originele exemplaar begint de tekst van deel 3 middenin een zin.
p. 1186: in het origineel heeft deze pagina per abuis paginanummer 1786 gekregen. In deze digitale versie is dat verbeterd.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (deel 1, p. IV; deel 1, p. 2; deel 1, nieuwe paginering, p. 2, 32, 146, 484; deel 2, p. 486, 816, 862, 900; deel 3, p. 934, 936, 992, 1048, 1090, 1092, 1124, 1140, 1150, 1230, 1254, 1282, 1464) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
ALLE DE
ONTLEED- GENEES- en HEELKUNDIGE
WERKEN
VAN
FREDRIK RUYSCH.
EERSTE DEEL.
Met veele Kopere Plaaten.
[pagina III]
ALLE DE ONTLEED- GENEES- en HEELKUNDIGE
WERKEN
VAN
FREDRIK RUYSCH,
In zyn Ed. Leven vermaard Geneesheer en Hoog-Leeraar in d'Ontleed- en Kruydkunde tot Amsterdam; als mede Lid der Keyserlyke, Londense en Parysse Genootschappen.
EERSTE DEEL
Behelzende, Het Leven van den Autheur, d'ontdekking van de Klapvliesen, d'Anatomische en Chirurgicale Aanmerkingen, en Catalogus van Rariteyten; als mede alle d'Ontleedkundige voorgestelde Brieven met verscheide Geleerde Lieden gewisselt.
Meerendeels in 't Nederduyts Vertaalt,
DOOR
YSBRAND GYSBERT ARLEBOUT,
In Leven vermaard Geneesheer tot Weesp.
Met veele Kopere Plaaten.
AMSTERDAM,
By de JANSSOONS van WAESBERGE.
MDCCXLIV.
[pagina 30]
BLADT-WYSER.
Ontdekking der Klap-vliezen. | Pag. 3 | |
Maniere om de Klap-vliezen in de Melk-aderen te vertoonen. | 11 | |
Van de Water-vaten der Milt. | 14 | |
AANMERKINGEN. | ||
I. | Ontleding van een dochtertjen, hebbende aan ieder zyde dertien ribben. | 16 |
II. | Vytschieting van het bekken en pis-leyder van het uyterlyke en bultige gedeelte van de Nier. | 16 |
III. | Wormen in Paarde-magen gevonden. | 17 |
IV. | Ontleeding van een wanschapen Kalfs-hooft. | 17 |
V. | Een tros van zenuwachtige klieren in een Menschen lever gevonden. | 18 |
VI. | Slag-aderen vol Wormen. | 18 |
VII. | Twee navel-aderen in een Lever. | 18 |
VIII. | Zamenzetting van beenderen, tegen de natuur, welke natuurlyker wyze onderscheyden zyn. | 19 |
IX. | Een worm in de Lever van een Muys gevonden. | 19 |
X. | Het begin van de spys-dragers slag-ader verscheyden. | 19 |
XI. | Een worm in een Nier gevonden. | 19 |
XII. | Een dubbele magekussen-weg dikmaal in den mensch gevonden. | 20 |
XIII. | Een bedorven Nier, met wonderlyke uytrekking van het bekken en den pis-leyder. | 20 |
XIV. | Een dubbel gestaart bekken. | 20 |
XV. | Een onbekende slag-ader, waar door het bloet van de groote slag-ader na de Longen gevoert word. | 21 |
XVI. | Een worm op het net gevonden. | 25 |
XVII. | Een zeer groot gal-blaasjen in een Koe gevonden. | 25 |
XVIII. | Een gal-pyp door steenachtig stof vervult. | 25 |
XIX. | Een verteering van 't darmscheyl, door dien de klieren van het darmscheyl hart geworden waren. | 26 |
XX. | Ontleeding van een verstyfde Koe. | 26 |
XXI. | Twee Quyl-buysen van een onderste kaak-klier voortkomende | 26 |
XXII. | De bloetvaten in een menschen-milt verschillen van der Koeyen. | 27 |
XXIII. | Twee Pis-leyders van een Nier. | 27 |
XXIV. | Een steentjen in het wezen van een Lever gevonden. | 27 |
XXV. | Dat Water-blaasjens in Pap, Spek, en Honig-geswellen zomtyds veranderen. | 27 |
XXVI. | De Mondekens van de onderste quyl-vaten kunnen in een levend mensch zelden gezien werden. | 28 |
[pagina *65]
ALLE DE ONTLEED- GENEES- en HEELKUNDIGE
WERKEN
VAN
FREDRIK RUYSCH.
TWEEDE DEEL.
Met veele Kopere Plaaten.
[pagina *66]
ALLE DE ONTLEED- GENEES- en HEELKUNDIGE
WERKEN
VAN
FREDRIK RUYSCH,
In zyn Ed. Leven vermaard Geneesheer en Hoog-Leeraar in d'Ontleed- en Kruydkunde tot Amsterdam; als mede Lid der Keyserlyke, Londense en Parysse Genootschappen.
TWEEDE DEEL.
Behelzende, Alle d'Anatomische Cabinetten, beneffens de laatste en vernieuwde Oeffeningen.
Meerendeels in 't Nederduyts vertaalt,
DOOR
YSBRAND GYSBERT ARLEBOUT,
In Leven vermaard Geneesheer tot Weesp.
Met veele Kopere Plaaten.
AMSTERDAM,
By de JANSSOONS van WAESBERGE.
MDCCXLIV.
[pagina 933]
ALLE DE
ONTLEED- GENEES- en HEELKUNDIGE
WERKEN
VAN
FREDRIK RUYSCH.
DERDE DEEL.
Met veele Kopere Plaaten.
[pagina 935]
ALLE DE
ONTLEED- GENEES- en HEELKUNDIGE
WERKEN
VAN
FREDRIK RUYSCH,
In zyn Ed. Leven vermaard Geneesheer en Hoog-Leeraar in d'Ontleed- en Kruydkunde tot Amsterdam; als mede Lid der Keyserlyke, Londense en Parysse Genootschappen.
DERDE DEEL.
Behelzende, Het eerste, tweede en derde Tiental van Ontleed- Geneesen Heelkundige Oeffeningen, d'Ontleedkundige Verhandelinge van een Spier in de Grond des Baarmoeders en de Briefwisseliinge daar over van A. Vater en Hecquet, d'Ontleedkundige Verhandelingen over het Maakzel der Klieren in 't Menschelyke Lichaam door Hermanus Boerhaven, Bohlius over het gebruik der Spruyten van de Holader, en het Cabinet der Dieren, beneffens een generaal Register.
Meerendeels in 't Nederduyts Vertaalt,
DOOR
YSBRAND GYSBERT ARLEBOUT,
In Leven vermaard Geneesheer tot Weesp.
Met veele Kopere Plaaten.
AMSTERDAM,
By de JANSSOONS van WAESBERGE.
MDCCXLIV.
[pagina 1281]
BREEDVOERIGE
BLAD-WYZER
VAN
ALLE UYTGEGEVENE ZOO ONTLEEDT- GENEES- ALS HEELKUNDIGE
WERKEN
VAN
FREDERIK RUYSCH,
Med. Doct., Hoogleraar in de Ontleed- en Kruydkunde: Medelidt in de Keyzerlyke Akademie in Duytslant, en van de Koninklyke Maatschappye der Geleerde in Engelant.
OPGESTELT
DOOR
BAVIUS BAARDA;
S.S. Minist. Candid.
t' AMSTERDAM,
By de JANSSOONS van WAESBERGE,
Boekverkopers op 't Water. 1739.