| |
IX.
Van de Klootaders Breuk, verscheyde Breuken, en de Waterblaas.
't Was te wenschen, dat die geene, dewelke aan de ontdekte ziektens nieuwe namen geven, altydt zorg droegen, dat 'er in de zelve te vormen naauwkeurig wierdt waargenomen een oprechte overeenkomst van den naam met de natuur van de zaak zelfs, daar ze aan gegeven wort. Welke oorzaak, bidt ik U, raadt ons, de verwyderde aderen van de ballen te noemen met den naam van [hernia varicosa s. cirsocele] Klootaders Breuk? Hadt men niet behoort haar den naam van [varices venarum spermaticarum] aderspatten der zaadtaderen gegeven te hebben? In der daadt, de aardt van dit gebrek is niet anders als een verzameling der aderen, die boven haar aangebore grootte verwydert, en dikker geworden zyn. Maar een [Hernia] breuk van een geheel andere natuur zynde, moet geenzints met dit gebrek vermengt worden. Een breuk namentlyk is een [dilatatio] verwydering, nooyt een [ruptura] breuk of scheurzel, van 't [peritonaeum] buykvlies, waar in buyten haar natuurlyke plaats inschieten het net, de darmen, milt, waterblaas, baarmoeder, ja zomtydts de geheele vrugt, en wel zodanig, dat dit alles uytwendig getast kan worden. Hebben de aderspatten wel eenige overeenkomst met een van deze dingen? Zekerlyk nooyt vindt men omtrent dezelve een verwyderde zak van 't buykvlies.
Ondertusschen moet gy U niet verwonderen, dat ik onder de lichamen, die een breuk maken, telle de waterblaas, milt, baarmoeder, en geheele vrugten: want zulks heb ik in myn practyk waargenomen, maar nu kan ik 't niet beschryven, om dat het my van myn voornemen zou afleyden. De aderspatten worden lichtelyk ontdekt door de vingers, wanneer iemant met dezelve deze deelen aantastende, zich verbeelt wormen te voelen.
Maar die met deze quaal gequelt zyn, dewyl ze niets quaats daar uyt gevoelen, achten 't weynig. Gemeenlyk komt dit gebrek van een geweldige drukking of kneussing der deelen. Nogtans heb ik veeltydts
| |
| |
bevonden dat in oude liedens het [hydrops scroti] water in 't zakje daar. uyt ontstaan is, 't welk ze wederom verkeerdelyk een [hernia aquosa S. hydrocele] waterbreuk noemen. Deze ziekte kan wel genezen worden door middel van het werktuyg Trocart genaamt, als ook van een lancet, daar men de aders mede opent, op dat het water door de wont weg loopt; gemeenlyk groeyt dog deze quaal schielyk wederom aan. Maar zo ge de genezing aangevaart zult hebben met het klootzakje van boven aan de zyden te openen, en dan de wont met een lange wiek, bestreken met een zalf, gemaakt uyt ung. rosat. met mercur. praecip. rubr. vermengt, opgevult, tot dat 'er een ligte ontsteking, en een daar op volgende klyne verzwering, de uytzakkende vliesjes verrot, en gy dezelve met een tangetje uytgehaalt zult hebben, heb ik aangemerkt, dat ze daar na dikwyls volkome genezen zyn. Maat zomtydts konnen de aderen in 't zogenaamde [membrana dartos] vlezige vlies, 't welk men om zyn eygenschap den celluleusen rok behoort te noemen, ook met zodanige aderspatten aangedaan worden: want deze zyn zo menigvuldig, dat dit vlies, wanneer de aderen met een waschagtige stoffe opgevult zyn, geheel en al, gelyk 't roodtste bloet, zeer roodt van couleur zich vertoont.
Eyndelyk laat my nu toe hier ook by te voegen, en in ordre te plaatzen, 't gene ik zo even gezegt hebbe, dat onder de breuken moet getelt worden, namentlyk de breuken van de blaas, milt, baarmoeder, en van de gehele vrugt. Dat de waaterblaasbreuk voor een opregte breuk moet gehoude worden, blykt hier uyt, om dat dezelve ook een verwydering van 't buykvlies is, waar in de waterblaas gevallen en uyt zyn natuurlyke plaats gestoten zynde, het zakje bezet. Dit schynt wel wonder, en verre van de waarheydt, ja by na onmogelyk, echter is 't my gebeurt, zulks tweemaal gezien te hebben; en dat deze zaak klaarblykelyk aldus gelegen is, wordt hier uyt bewezen, om dat de menschen, met deze quaal bezet, haar water niet konne maken, ten zy ze het zakje, met beyde de handen aangegrepen hebbende, perssen, en aldus het water uytdrukken. Op dat ik ten volle van deze zaak verzekert zoude zyn, heb ik het dode lichaam van den eene geopent, in tegenwoordigheydt van den zeer vermaarden geneesheer Petrus Guenellon, en den Chirurgyn Pieter Adriaanze, die te gelyk met my gezien hebben, dat de zaak zodanig gestelt was.
Eens heb ik een Miltbreuk gezien, alwaar de milt in der daadt nedergezakt was, in 't verwyderde buykvlies; het voorval heb ik in 't Amsterdamsche Gasthuys aangemerkt. Een bejaarde vrouw hadde in de linker
| |
| |
liesch een groot gezwel, 't welk wierdt gehouden voor een moerkoek in de baarmoeder na 't kramen overgebleven, en aldaar aangewasschen; andere meenden, dat het een kout ettergezwel was. Maar in 't dode lichaam hebbe ik met waarheydt gezien, dat de milt aldaar nedergezakt was, en deze breuk voortgebragt hadt.
Wie zou dog ooyt geloven, dat de baarmoeder te gelyk met de vrugt daar in zittende, een ware breuk kan veroorzaken? echter heb ik zeer wel en duydelyk gezien, dat die eens gebeurt is; gy moet my hier niet zo begrypen, dat ik 'er een [prolapsus uteri extra vaginam] nederzinking van de baarmoeder buyten de scheede door versta.
Ja geheel wat anders. Ik heb een Edele Juffrouw gezien, wien overlang een groot gezwel omtrent de benedenste delen van den buyk, naast aan de liesch, gezeten hadt, 't welk eygentlyk uyt de holligheydt van den buyk voortquam; maar het gezwel tot etter verteert zynde, is zeer wel genezen geworden, en niet lang daar na is ze bevrugt; wat geschiet 'er? Gy weet, lezer, dat menigmaal na een ettergezwel van 't buykvlies en den buyk, als mede na de genezene wonden tot in de holligheydt van den buyk doorgaande, het maakzel van 't wederom toegeheelde buykvlies op de plaats van 't [cicatrix] lidtteken verzwakt blyft, waar door de aldaar te voren beledigde plaats na zware pogingen, en hevige aanvallen verwydert wordt, wegens de verkrege zwakheydt niet magtig zynde deze drukking te verdragen, waar door een zware en gevaarlyke breuk ontstaat. Zulks is hier ook volkome gebeurt: want de baarmoeder door 't groeven van de vrugt opzwellende, verwyderde deze plaats van 't buykvlies, en vervoegde zich in deze verwyderde zak zo verre, dat eyndelyk de vrugt met de baarmoeder tot aan de knien toe van voren afhong. Naderhant, wanneer de arbeydt naderde, wierdt de baarmoeder met de vrugt door de vroedtvrouw opgeligt, opdat ze zo lang op haar behoorlyke plaats blyven zou, en aldus is zy, na dat 'er een welgemaakt kindt door de natuurlyke wegen ter waerelt gekomen is, een gelukkige kraamvrouw geworden. Is dit niet waarlyk een oprechte breuk in 't verwyderde buykvlies.
Om eyndelyk wederom op den weg te komen; daar ik van afgegaan was; ik ben van dat gevoelen, dat de aderspatten van 't balzakje, die in de jeugt gekomen zyn, in den ouderdom veranderen in een waterzugt van 't zakje, om dat de geesten beginnen te ontbreken, en de kragten daar van afhangende; wanneer nu de opslorpende adertjes zo gretig niet meer, als voor dezen, de uytgewazemde vogten, uyt de eyndens der slagadertjes uytgestort inzwelgen, waar door de zelve alhier vergadert
| |
| |
zynde, de delen meer en meer verzwakken, en alzo eyndelyk een oprechte waterzugt van 't balsakje voortbrengen. Ik weet, dat 'er zeer vele al dit werk aan de watervaten toeschryven, maar waarom worden de aderen uytgesloten? waarlyk zy schynen my in dezen van 't voornaamste belang te wezen, en ik geloof by na, dat de oorzaak van allerhande waterzugt, namentlyk het [ascites] buykwater, het [anasarca] water van 't gehele uytwendige lichaam, &c. inzonderheydt zit in een zwakheydt en qualyk gesteltheydt van de uyteyndens der aderen; 't geheugt my nu nog wel, 't geene ik voor dezen beschreven hebbe, dat de gehele moerkoek, waar in natuurlyker wys geen Watervaten zyn, zo ze lang in 't lichaam van de vrouw blyft, verandert kan worden in [hydatides] waterblaasjes; 't zelfde heb ik ook gezien in de gehele lever, als blykt in 't Cabinet van den Keyzer van Groot Ruslant. Waarom zou nu het zelfde in andere delen niet konnen geschieden? 't behaagt de schryvers, deze ziektens aan de gebrokene watervaten toe te schryven, 't welk ik geloof zomtydts wel te geschieden, ondertusschen oordeele ik, dat deze gevallen meermaals van de gemelde oorzaken voortkomen.
Ik voeg nu hier nog enige weynige aangaande het binnenste vlies der blaze by, 't welk 't digtste aan de holte van de waterblaas gelegen is. Waar van voornamentlyk aan te merken is, dat deszelfs gedeelte van 't overige afgescheyden zynde, door de pis of waterwegen zonder gevaar van 't leven kan uytgelost worden. Wie zoude dit ooyt gedagt hebben? Zekerlyk ik nooyt. Maar een getrouwe ondervinding heeft het my geleert. Zeker kraamvrouw, na dat ze door zeer scherpe pynen in de buyk afgemat en by na gesneuvelt was, geboodt eyndelyk my te laten halen. By haar komende, vroeg ik haar of ze wel gezuyvert was door de [lochiorum fluxus] kraamvloet, of ze van de [secundinae] nageboorte verlost was, en of ze wel gemakkelyk haar water loosde? waar op ze antwoorde, dat dit alles zeer wel gestelt was; ondertusschen hoorde ik haar nogtans van een onlydelyke pyn in de buyk klagen, waarom ik haar een verzagtende en pynstillende [clyster] darmspuyting, voorschreef, te gelyk ingevende een verdovendt geneesmiddel om de hevigheydt der pynen te stillen; ik belastede daar en boven, dat men de gehele buyk met ung. alth. zoude stryken, en aldus ben ik gescheyden. Wedergekomen zynde, bevondt ik dat deze middelen niets geholpen hadde, maar dat de pyn onverzettelyk bleef volharden: Wederom op nieuws vragende, of ze wel gemakkelyk genoeg konde wateren, kreeg ik tot antwoort, zeer wel, en dat zeer veel hune doeken dit dagelyks getuygden, dewelke onder haar lichaam gestoken zynde, altydt wel
| |
| |
bevogtigt daar weder van daan gehaalt wierden. Derhalven heb ik my by de bovengemelde middelen gehouden.
Wat dan? voor de derde maal komt ik weder, en bevinde haar, als voren. Ik stondt verbaast, dat ik niets te weeg bragt, schoon ik de beste verzagtende, wintbrekende, en pynstillende middelen gebruykte: wanneer ik my schaamde, dat myn kermende zieke geen verligting van my kreeg, ondertaste ik haar eyndelyk, en bevoelde met myn vingeren den gehelen buyk, dien ik ongelooflyk opgezwollen en verhardt bevondt. Verwondert zynde, hebbe ik de [catheter] blaaspeylder of onderzoeker in de blaas gebragt; aanstonts is 'er een onnoemelyke kragt van water uytgeborsten, en te gelyk de pyn verzagt. Naderhandt is 't zelfde hulpmiddel vele volgende dagen dagelyks herhaalt, en dat met een grote verligting van pyn. Ondertusschen wierdt men gewaar, dat de oppervlakte van den blaaspeylder zwart wierdt, waar uyt niet duyster bleek, dat 'er ook iets quaadts in de blaas verschuylde: en zeker dit vermoeden was niet zonder reden: Want, ziet, na het verloop van weynige dagen bezet een vlies den pisweg, het welke aangegrepen zynde, en niet vastzittende, gemakkelyk door de hant uytgetrokken wiert, en afgehaalt zynde was 't al vry groot; ik heb een gedeelte, daar van afgesneden, laten aftekenen, gelyk in de 1 Fig. van de 2 plaat te zien is: want ik meene, dat dit zeer zeldtzaam is; Ik heb 't nooyt meer, als deze reys gezien. Daar na is deze vrouw volkomen gezont geworden, bevrugt, en heeft gelukkig gekraamt. Ik ben van gedagten, dat de waterblaas alhier met een ontsteking is aangedaan geweest, die vervolgens in het vuur is verandert, gelykerwys uyt zeer vele voorbeelden blykt, dat den [tunica intestinorum villosa] fluweelen rok der darmen, welke vol van zenuwtepeltjes is, afgescheyden zynde van de darmen, door den afgang is ontlast, na dat de darmen eerst met een scherpe ontsteking, en het daar op volgende vuur aangedaan waren geweest.
Ik geve dezen fluwelen rok ook den naam van den [tunica villo-papillosa] tepelagtigen rok, om dat ik aangemerkt hebbe, dat die fluweele oppervlakte te gelyk ten enemaal tepelagtig is; op de zelfde wyze zyn de binnenste delen van onze wangen in haar bekleetzel gestelt, als mede de lippen van de mont, de maagpyp, maag, en alle de darmen, nadien alle deze delen een t' zamen verbonde verlenging van een en dezelfden toestel zyn. Dog 't is waar, dat dit in yder niet even duydelyk voorkomt, nadien deze tepeltjes in de lippen, de inwendige wangen, en darmen van vele menschen zomtydts niet zeer klaarblykelyk zyn, in andere kan menze wederom gemakkelyk genoeg zien. Binnen in de mont
| |
| |
en tong van ossen, en in de maagpyp van schiltpadden, vertoont dit tepelagtig lichaam zich zeer groot, en wel zodanig, dat dit gehele tepelagtige dekzel door een koking volkomen afgescheyden kan worden, waar onder dan de tepels uytpuylende te voorschyn komen. Hoe menigmaal gebeurt het ook in een mensch, dat het bekleetzel dezer tepeltjes na al te geweldige buykzuyveringen van de onderleggende tepeltjes afschiet? dan wordt het lichaam met de grootste pyn aangetast.
Hoe groot een pyn ontstaat 'er in de tepeltjes van de lippen en tong, wanneer ze van haar bekleetzel ontbloot zyn? Indien ik my nu wilde inlaten in het gene, dat andere van dezen rok geschreven hebben, den welke ik den Fluwele tepelagtige rok genaamt hebbe, wat zou zich myn geschrift uytbreyden? Maar ik heb vastelyk besloten, spaarzaam te zyn in zaken van anderen op te halen, en my alleen bezig te houden in die dingen, dewelke ik zelfs dagelyks aanmerke. Ondertusschen moet den goetgunstigen lezer gewaarschouwt zyn, dat ik misschien zomtydts onder deze zommige dingen stelle, die van anderen voor my al beschreven zyn. Neem 't niet qualyk: want ik bevestige door myn beproeving de aanmerkingen van myne voorgangeren; en indien ik aan 't herhaalde iets nieuws toebrengen, verdien ik loon van myn arbeydt, dewyl ik daar in eenigen dienst gedaan hebbe. Ik weet wel, dat door 't aanhalen der Autheuren de boeken dik worden, de geleertheydt verheven, en aan yder zyn verdiende lof toegerekent wort; Ik benyde aan andere den roem van zodanige werken niet, maar de tydt ontbreekt my, om dit alles na behoren uyt te voeren: Want nooyt komt my de morgenstondt te schielyk aan, en altydt wordt het vroeger nagt, als ik wel wenschte; aldus worde ik door myne dagelykze bezigheden in de practyk en ontleedt kunde overrompelt.
|
|