ik daar mede gedaan hebbe? Deze tak uyt de borstklier spruytende, en van daar uytgaande, ontlaste zich klaarblykelyk in de mamader; ondertusschen was deze [canalis] pyp geheel en al van anderen verschillende, als zynde doorschynende en dun, volkome na een watervat gelykende. Indien zyn gebruyk was, het bloedt van deze klier wederkerende in de aderen te brengen, waarom zou dan deze eene ader zo veel van alle andere bloetvoerende aderen verschillen? Voorwaar de melkaderen van de eerste zoort bestaan uyt dikker en sterker rokken, als die van de tweede zoort. De geyl wort door de melkaderen van de eerste zoort gebragt boven in de verspreyde klieren van 't darmscheyl, en gaat wederom van onderen uyt de zelve klieren; maar daar na zyn de melkaderen van de tweede zoort breeder, en van maakzel even dun en fyn, als de watervaten, en hebben ook weyniger klapvliezen. Is 'er geen reden in de natuur, waarom deze dingen alzo gestelt zyn? Zo ge oordeelt, ja: dan zal 'er ook een zekere oorzaak van dit byzondere maakzel in dezen tak van de borstklier wezen.
Ondertusschen, wat 'er van deze zaak in een mensch is, welkers grootheydt ten aanzien van een Os zo kleyn is, heb ik evenwel nog niet ontdekt: want voor dezen heb ik my vergenoegt deze vaten met wint op te blazen, gelyk ik ook hier gedaan hadde. Wat het ook zyn mag, zekerlyk quam 'er in den borstklier te voorschyn die doorschynende dunne tak, die ik voor een [ductus excretorius] uytwerpende buys gehouden hebbe; indien dezelve altydt en overal op die zelfde plaats zodanig gevonden wierdt, zou 't nog twyffelagtig zyn, of 't met regt voor een uytwerpende buys moest werden erkent? Dit, meene ik, zal my worden toegestaan, dat deze dunte zodanig niet te vergeefsch geschapen is. Ik kan ook niet geloven, dat de aderen alleenlyk het bloet wederom voeren. Want waarom zouden de [venae mesaraicae] scheyladeren het bloedt alleen in de [sinus venae portarum] groef van de poort-ader brengen? Waarom zoudenze den drank en 't fynste van de geyl niet zo wel opflorpen, datze 't alhier met het bloet vermengen? Maar zo ge deze buys van den borstklier ontkent, geloof ondertusschen met my, dat de vogtigheydt in den borstklier toebereydt door de aderen in 't hart gebragt wort. 't Moet U niet vreemt te voren komen, dat ik zeg, de vogtigheydt of zap in den borstklier toebereydt: want het is niet te geloven, dat zulks alleenlyk geschiedt door een [percolatio] doorzyging, gelyk in een Zeeft; maar het byzondere maakzel der uyterste slagadertjes is alleen bequaam, om de ontfange deelen van de daar bygebragte vogten in een nieuwe gedaante te veranderen, bewerken, en te vryven. De borstklier derhalven een klier