Den 15. heb ik wederom zes gryntjes ingegeven, waar op een behoorlyke quyling volgde, dog zonder afgang of braken, maar met zweten, en een lossing van drabbig water.
Den 16. heb ik maar toegezien; daar was geen braking, of afgang, maar een zweting, en drabbig water.
Den 17. heb ik maar toegezien; geen braking, geen afgang, of water is 'er geweest, maar een behoorlyk zweten, en een gewenschte quyling.
Den 18. ben ik een toeziender geweest; de quyling was naar wensch, het zweten behoorlyk, maar geen water, afgang of braken.
Den 19. heb ik 't maar aangekeken, nademaal alles, gelyk te voren, naar wensch gelukte; de lelyke stank veranderde nu, en de gehele stoffe, die uytgequylt wierde, was zuyverder en helderder.
Den 20. heb ik wederom maar toegezien; den lyder bevonde ik zonder braken, afgang of enige toeval; de quyling was niet alleen naar wensch, maar ook het water, dat te vore drabbig was, wierdt klaarder, krygende een Violette couleur, 't welk een goet voorteken was.
Den 21. heb ik tot groter gerustheyd nog vier gryntjes ingegeven, om, gelyk een jachthont, op te zoeken, of 'er iets quaats in deze of gene schuylhoeken nog verborgen was, en dat met een wonderbaarlyke uytwerking: want daar is klaar water, van een behoorlyke en natuurlyke reuk en couleur, opgevolgt, en door de quyling is 'er een zeer heldere stoffe zonder reuk of stank gelost; hy, die den gehele loop der quylinge door niet slapen konde, heeft nu gerustelyk geslapen den gehelen nagt door, als of hy in den slaap begraven lag: 's morgens met een vrolyke en frisse moedt, en een hongerige maag wakker geworde zynde, heeft hy, die hem quam bezoeken, gegroet.
Den 22. ben ik een toeziender geweest, dewyl alles beter scheen.
Den 23. heb ik wederom tot een opzoeker drie greyntjes gegeven; waar door ik bevestigt wierde, dat al het quaat ten enemaal weggenomen was; de quyl was helder, het water behoorlyk, zonder enige merkelyke reuk, waarom ik
Den 24. hem een zagte [clyster] darmspuyting liet zetten, om dat hy in den gehelen loop der quylinge geen afgang gehadt hadde; dog zonder enige vrugt, waarom ik
Den 25. hem een [laxans] losmakende buykzuyvering heb voorgeschreven, door welke hy een genoegzame ontlasting, zonder enige pyn of ongemak gekregen heeft.
Den 26. heb ik tot groter gerustheydt wederom vier greyntjes ingegeven, zonder enige andere uytwerking, als dat 'er een behoorlyke zwe-