en daar uyt wederom door de opperhuydt, boven deze montjes gapende, openstaande. Het vlies, waar uyt ze bestaan, wort van alle kanten doorboort van de uyterste pypjes der vaatjes, aanbrengende eene zachte, vettige vogtigheydt. Als dit vogt, gansch versch zynde, daar nederstort, is 't dun, helder, zonder reuk of smaak. Maar wanneer 't hier ter plaatze ontfangen, door eenige traagheydt langer blyft zitten, deszetfs vloeybaarste gedeelte vervliegende, wort het dikker, en verkrygt den aardt van een taye wasch, by na aan alle olien eygen, staat stil, waassemt naauwlyks uyt, wort vermeerdert, maakt [tubercula] knobbeltjes of puysjes, en verschaft een zeer veelvuldige, schoon van anderen over 't hooft geziene, oorzaak van huydtqualen. Hy meent, dat dit [humor Vnctuosus] smerige vogt in een volkome gezontheydt dient, om de buytenste delen te verzagten, los te maken, voor verharding en verdroging te verhoeden, en in een behoorlyke buygzaamheydt te bewaren, maar dat uyt gebrek van 't zelfde zware gebreken ontstaan. Hy verzekert, dat dit het olieagtige vogt is, 't welk Leeuwenhoek door zyne nieuwe vindingen voor 't gezicht vertoont, 't gene hy my zelfs door zyne groote beleeftheydt heeft laten zien. Dat dit dezelfde vogtigheydt is, waar mede het aangezicht van gezonde menschen bedekt is, ter zelver tydt als ze na een zagte en volkome slaap verquikt zynde, het aanschyn blinkende, gelyk als met olie bestreken, vertonen.
Dat dit zelfde vet de [capilli] haayren besmeert, langs dezelve heen vloeyt, en een smerige buygzaamheydt aan haar verschaft, op dat ze door verdroging niet zouden splyten, 't welk anderzints een onder de gebreken van de haayren is.
Dat deze werktuygen voornamentlyk gevonde worden op die plaatzen van 't lichaam, alwaar de delen meer voor de lucht bloot staan, en tegen malkanderen aangelegen zyn, vryven, of groteyks worden geschut en geroert. Hierom verschynenze voornamentlyk by de oogschelen, 't aangezicht, neus, oxels, liesschen, voorhuydt, billen, en onder de voet.
Als dit vogt verdikt wort, maakt het die kleyne witte tepeltjes, kleyne [glandes] ekeltjes verbeeldende, zynde menigmaal in 't aangezicht, voornamentlyk op de neus: deze sterk gedrukt zynde, werpen een taaye, witte, en waschagtige stoffe uyt. Indien de blaasjes meer vervult worden, wordenze [tubercula parva] kleyne gezwelletjes, die met de daar bygelegene delen te ontsteken, een rodigheydt, jeukte, en puysjes, verscheyde van couleur, en onaangenaam voor 't gezicht, ma-