Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken

Verklaring der figuren.

In de eerste Plaat

Wort het Geraamte van een Peer afgebeelt, 't welk aldus is toebereydt, dat men zeer klaar zien kan, dat de Peeren voornamentlyk uyt zapvaten met hare Uyterste moesagtigheden bestaan: Ik zegge voornamentlyk, nadien de inwendige alzo genaamde baarmoeder hier niet te voorschyn komt.

A.	Het steeltje.
B.	Het overblyfzel van de schil.
C.	De zapvaten.
D.D.D.	Korrelagtige, ronde deeltjes, dewelke in verscheyde Peren gevonden worden, waar van zommige in een steenagtige zelfstandigheydt veranderen; deze deeltjes hebben in verscheyde Peeren ook een onderscheydentlyke gedaante.

In de tweede plaat

Is een stuk van 't vlies chorion uyt een Kalf te zien, waar van de opvulling door den navelader gedaan is: Hier ziet men hoe wonderbaarlyk de loop dezer vaten gestelt is, en hoe veel zy van andere aderen verschillen.

Merk ook aan, dat de uyteyndens van deze aderen niet in een moesagtige, maar in een donzige zelfstandigheydt op verscheyde plaatzen alhier eyndigen, 't welk overal zoude geschiet zyn, indien de opvulling op 't volmaakste gelukt was geweest; echter ziet men, dat de uyterste eyndens der aderen op verscheyde plaatzen dunder als een spinnewebbe zyn.

In de derde Plaat

Wert vertoont een stuk van den omgewonden Darm, met een gedeelte van 't darmscheil uyt het lichaam van een mensch, verbeeldende een Wayer.

A.A.A.A.	Het stuk van 't darmscheil, door 't welke verscheide met een rode waschagtige stoffe opgevulde takken van de holader verspreit worden, waar uyt verscheyde takmakingen voortkomen, die zo fyn als dons, en met een byzonderen loop voorzien zyn; of dit geschiet om 't verschillige gebruyk, dat ze hebben?
B.B.B.B.	Een gedeelte van den darm.