dige oppervlakte aangaat, zeer veel van de klyne herssenen verschillen: want de grote herssenen worden met verscheyde kronkels toegevouwen, waar mede gy waarlyk zeggen zoude datze de darmen aan 't darmenscheyl gebonden, of de hom van een Cabeljaauw verbeelden. Dat de zelfstandigheyt van de klyne herssenen in 't buytenste gedeelte gelyk als uyt platen tegen malkanderen leggende 't zamengestelt is, is van anderen al over lang tot walgens toe gezegt. 't Is ook bekent gelyk gy wel zegt, dat het dunne herssenvlies tusschen de tusschenplaatzen van de grote en klyne herssenen zig invoegt; maar de manier, hoe zy geloven dat zulks geschiet, en tot nog toe de autheuren geschreven hebben, is geensints voor 't gezigt vertoont.
Want men moet niet denken, dat zulks op zoodanig een wys geschiet, als het net tusschen de kronkels van 't gedarmte ingedompelt wort, of als een neusdoek, dewelke van ons in verscheyde vouwen tot malkander gedrukt wort: Nademaal aldus haar lengte en breette vermindert wort, dat zulks egter geenzints in 't dunne herssenvlies plaats heeft, zal een naauwkeurige opletter duydelyk aanschouwen. Het blykt zeer klaar hier uyt, om dat na deszelfs voorzigtige afschyding van de grote en klyne herssenen zyn grote en breette niet vermeerdert wort, schoon het zig in alle die ployen vervoegt heeft, ten ware die hegtingen door hulp van vezels en vaten gemaakt met een lugtige hant van alle kanten wierden weggenomen.
Derhalven schynt my het gemelde dunne herssenvlies in alle de ployen en voegen zekere uytsteeksels (processus) uyt te zenden, by na op gelyke wys, als de zikkelwyze uytsteekzels (processus falciformis) leggende onder de langwerpige groef (sinnus longitudinalis) uyt de verdubbeling van 't dikke herssenvlies (dura mater) voortkomt, zoo dat het dunne herssenvlies zoo veel uytsteekzels voortbrengt, als 'er ployen gevonde worden, zynde dezelve niet van een zikkelwyze figuur, maar lopende slangswys, gelyk de 4 figuur van de 8 tafel aantoont.
Tusschen de tusschenplaatzen van de klyne herssenen vervoegt zig het dunne herssenvlies met zoo veel zikkelwyze uytsteekzels, als 'er ployen of groeven gevonde worden; dit vlies weggenomen en afgescheyde zynde, verbeelt het zeer fraay de celleties en holleties van een slaapbol, gelyk te zien is in de 1 en 2 fig. van de 8 tafel.
Om meer hier voor dit maal by te voegen, laat deze stoffe en de schaarsheyt van myn tydt niet toe. Ondertusschen dat gy welvaart, zeer Ervare Heer, bid van ganscher herten.
Vwe Dienstwillige en genegene Vriendt.
Amsterdam den agt en twintigste van Hersstmaand in 't Jaar 1696.
FREDRIK RUYSCH.