en gebruyk van myne Leerlingen, en insgelyks van die geenen, dewelke eens anders zaken, en die haar onbewust zyn, met quaad spreken niet zoeken te agterhalen.
Ondertusschen, zoo 'er in 't vervolg van tyd iets zeldzaams my mogte voorkomen, zal haar misschien ook gelegentheyd werden verschaft, omme de private ontleding by te wonen.
Maar, om uw verzoek te voldoen, Braave Heer, zal ik tot uwe voorgestelde vraagen my wenden.
Derhalven, in de eerste voorstel, met een begeerte tot de nieuwe ontdekkinge ingenomen zynde, tragt gy uyt my te hooren, of de hayren uyt de kliertjes van het balzakje voortkomen, ofte niet?
In de onlangs gedaane demonstratie, heb ik klaarder als het middagligt aangewezen, dat de zeer veele kokertjes van het hayr meer uytstaken, als de kliertjes zelfs; gelyk uyt de eerste bygebragte Figuur, Letter A. aangetekent zynde, te zien is.
Ook hebben Wy toen ter tyd gezien de gezegde hayr-kokertjes, zonder eenige kliertjes voorzien, gelyk uyt de eerste Figuur Letter B. te zien is: het geen my doed verzekeren, en tot een zeer vast teeken is, dat de wortels van 't hayr niet altyd uyt de huyd-kliertjes voortkomen, of aldaar hun oorspronk nemen; te meer, om dat wy gezien hebben, dat het hayr op andere plaatzen zulke diepe wortelen schoot, dat het uyt het vet zelfs zyn oorspronk scheen te nemen.
Wat het tweede voorstel betreft: het zakje, onlangs vertoont, was van een mensch, volkome gezond, en niet berooft van zyn ballen; in welkers opperste gedeelte Vet gezien wierd, als uyt de eerste Figuur Letter C. en tweede Figuur Letter E. blykt; zulks komt ons in zwaarlyvige menschen niet zelden te vooren; maar geenzints in het onderste gedeelte: nogtans is het binnenste deel van 't zakje, zoodanig gestelt, dat het bequaam is Vet te ontfangen, en te behouden: want onder deszelfs huyd verbergt zig het vettevlies niet minder, als op andere plaatzen; schoon het hier voor het grootste gedeelte van Vet ontbloot is, leggende de vet-celletjes zoodanig op malkanderen, dat dit vlies niet minder, als celluleus zig vertoont. Maar by aldien dit vlies, door wind opgeblazen zynde, gedroogt, en na het droogen aan mootjes gesneden word, komen de gemelde celletjes, in de derde Figuur Letter H. namentlyk aangewezen, te voorschyn. Het zelfde is ook in de Gelubden te zien, welkers zakjes dikwils van alle kanten met vet gevult zyn. Het gemelde Vet-vlies is daar en boven nog met vleezige vezels doorweven, gelyk het in de derde Figuur Letter G.G. blykt, door welkers hulp het zakje word opgetrokken en rimpels verkrygt; deze vezels hebben de Anatomisten gelegentheyd gegeven, datze het geheele vlies, een vleezig vlies hebben genoemt.