Dagelyks, om ons leven te onderhouden, moet men eeten en drinken, en 't geen overtollig is, ontlasten: maar indien deze wegen, die geschikt zyn om dit werk te doen, qualyk gestelt zyn, zullen de lyders dikmaals de dood kiezen voor het leven.
Zeker Vriend in 't bloejen van zyne Jaaren, melancholyk van humeur, voor drie Jaaren na Ierland gereyst hebbende, om zyn zaken aldaar te verrigten, begon te klagen, dat hy niet wel wateren konde; 't welk in 't kort zoo heeft toegenomen, dat hy geduurig om een druppeltje pis quyt te raken geprikkeld wierd, en dat met zoo groote pynen en geduurige neyging tot het wateren, dat hy het niet konde verdragen. Wat geschied 'er? korte tyd daar na heeft 'er een andere quaal, van geen minder belang, ook het hoofd opgestoken, namentlyk een onvermogen van een vryen afgang, zonder twyffel van die geduurige neyging om te wateren, waar door de regte darm niet alleen verdikt en zeer verhard was geworden, maar ook byna geheel toegegroeyd: want nauwlyks of niet kon 'er een stilet, hebbende de dikte van een stroo, ingebragt werden; waar door deze ellendige nog pis, nog darmsvuyligheden quyt konde raken, ten zy drupswyze, en dat geduurig met een bloedagtige en etterige stoffe vermengt, met zoo groote en gestadige smerten, dat alle menschen zyn tegenwoordigheyd schuwden. Eyndelyk in 't Vaderland gekomen zynde, heeft hy zig na Amsterdam begeven, en met my, nevens anderen, raadgepleegt, maar te vergeefs, dewyl deze gebreken ongeneeslyk geworden waren. Deze quaalen geduurig toenemende, heeft hy eyndelyk den geest gegeven, en ons gelegentheyd nagelaten, om het quaad nauwkeurig te onderzoeken.
Het lighaam dan geopent zynde, vond ik in yder bekken van de Nier een schrikkelyke groote steen, en buyten deze, in 't midden van de regter Nier, nog een andere groote steen. De Pisleyders en Waterblaas waren wel gestelt. Den endel-darm heb ik in 't geheel zoodanig verdikt gevonden, dat die bykans de dikte van een duym overtrof, en zoo verhard dat ik in twyffel was, of het vleezig, dan of het krankbeenig genaamt moest werden. De holte van de gezegde darm, overtrof ook pas de breedte van een stroo; en dat aanmerkenswaardig was, dezelve was ook zoo sterk aan 't Heylig been vastgegroeyt, dat men het met de punt van een mesje geenzints separeren konde; maar ik ben gedwongen geweest, zulks met een yzere bytel en houte hamer te verrigten: Ja, dat te verwonderen is, ik hebbe de scheyding met grooten arbeyd moeten doen. Alle deze zaken heb ik met myn balsamatie toebereyd, en worden van ons bewaard, ter gedagtenis van den Lyder, en de zeldzaamheyd van de Historie.