XCVI. Aanmerking.
Diergelyke verdikking van den endel-darm.
Van 't zelve voorverhaalde ongemak, te weten een verdikking en verharding van den endel-darm, is hier tot Amsterdam ook onlangs gestorven de Heer..., die lange tyd met dezelfde pynen en nygingen tot afgang, gequelt was geweest. In dezelve was nogtans den regten darm zoo niet toegenepen, of men kon 'er een kleyne vinger, wat sterk aanperssende, inbrengen. Dit ongemak, om dat 't zelve zelden voorkomt, en by weynige bekend is, hebben zy getragt dan eens op deze, dan eens op geene manier, te genezen. Onder anderen waren 'er eenigen, die geloofden, dat het Aambeyen [haemorrhoides] waren, en stelde voor, dat men die moest wegnemen door snydingen, 't welk ook vergeefs getenteert is geweest.
Ik, die by deze Patient maar eens of tweemaal was geweest, oordeelde, dat het een verhardheyd [schirrositas] in de regten darm was, 't geen ook de uytkomst geleert heeft: maar om dat de lyder nogtans zeer genegen was om te laten snyden, en met grooten ernst daar op aandrong, heb ik mede myn stem daar toe gegeven, dog alles zonder vrugt; want hy storf eenige weeken daar na. In zoodanige ongemakken, behoort men nogtans hoog te agten de streelmiddelen [cura palliativa], namentlyk verzagtende en pynstillende clysteeren: want groote hulpmiddelen brengen dikmaals groote schaade toe, daar de zagte geen hinder veroorzaken, en ondertusschen die de lyder verzagten, en hem tot een aangenaame verquikking verstrekken.