Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken
(1744)–Fredericus Ruysch– Auteursrechtvrij
[pagina 127]
| |||||||||||||
diergelyke speeling der natuur, zeer raar (zoo het ooyt gebeurt is) te houden is. Veelmaalen is de gal-blaas my voorgekomen in tween verdeelt, voornamentlyk in Koeyen en Kalveren, gelyk in de 71. en 72. Figuur vertoont word. Waar van ik eenige hard gebalsemt in myn huys bewaar: maar ik heb nooyt een dubbelde gal-blaas gevonden. In een dubbelde gal-blaas moest ook een dubbelde gal-weg gevonden werden, zonder dat, kan men ook geen gal-blaas voor dubbelt houden, en dat beken ik nooyt gevonden te hebben: alle, welke ik tot nog toe gezien heb, waren wel in tween verdeelt, alleen maar voorzien zynde van een gal-weg. | |||||||||||||
Uytlegging van de LXXI. en LXXII. figuur.
|
|