LXXXVIII. Aanmerking.
Een aftrekking van de Lyfmoeder na de een of de andere zyde.
Dat de Lyfmoeder tegen de natuur, in deze of geene zyde getrokken word, en van haar natuurlyke plaats verandert, heb ik zomtyds met myn vingeren waargenomen in levendige vrouwen, klagende over pyne in de onderbuyk, met geduurige lust tot het watermaken, en met zeer meenigvuldige neyging of perzing, om het zelve te ontlasten. Het is my maar eenmaal voorgekomen in een dood lighaam, dat de mond van de baarmoeder in de linker zyde getrokken was, gelyk de 69. * Figuur aanwyst. Wat voor quaal zy daar door gekregen heeft, is my onbekent, om dat ik by haar genezing niet tegenwoordig ben geweest; nogtans weet ik, dat zy van die quaal niet gestorven is geweest. Maar het is gelooflyk, dat het haar eenige moeyelykheyd heeft toegebragt, om dat door die verdraayde stand van de Lyfmoeder, de pis na behooren niet kan ontlast worden: want voor zoo veel de mond van de baarmoeder in deze of geene zyde getrokken word, zo volgt daar ook op de mond van de blaas, om dat zy zeer vast aan een zitten. In deze Lyfmoeder, het welk zeer raar is, word gevonden een derde ronde en lange band, (gelyk ge-