LXXXVII. Aanmerking.
Een desgelyks qualyk gestelde Lever in een diergelyk ander lighaam, met een steen in de gal-weg [ductus cysticus.]
Zeker Man, die lange tyd wanterzugtig was geweest, is eyndelyk na het vergeefs gebruyk der hulpmiddelen, gestorven. Tot het openen van deszelfs lighaam, heeft my gelegentheyd gegeven de ervarene Heelmeester Joachim Schrader, die ook by de ontleding tegenwoordig is geweest. Geen van de Ingewanden waren qualyk gestelt, als alleen de Lever, die verhard was: de galblaas vonden wy zeer groot, (gelyk blykt in de 69. Figuur) met een wateragtig (maar geenzints bitter of galagtig) vogt vervult te zyn, in wiens galweg ons voorquam een steen, de groote hebbende van een groote erwt, die de weg in 't geheel toestopte.