LXX. Aanmerking.
Verharding eeniger deelen, in een waterzugtige vrouw.
Dat eenige deelen door vermagering [atrophia] en verdrooging [marcor] des lighaams komen te verharden, ja beenagtig te werden, is yder een bekent. Dat dit ook in waterzugtigen kan geschieden, bewyst het volgende voorbeeld.
Zeker zwanger gaande Vrouw, en te gelyk, met een waterzugt in de buyk bezet, had een groot getal ellenden in haar zwaar gaan uytgestaan. Het voldrage kind ter wereld gekomen zynde, hebben het water in de buyk, benautheden voor het hert, onlydelyke pynen, en meer andere quaalen, niet nagelaten haar te quellen, tot dat het God Almagtig gelieft heeft haar uyt dit traanendal weg te haalen. In 't openen van 't doode lighaam, heb ik plaats gemaakt, tot uytvloeying van de vogtigheyd: het welk gedaan zynde, heb ik bevonden, dat het buykvlies, op verscheyde plaatzen met harde deeltjens, zandjes verbeeldende, bezaayt was, en de poort-ader [vena portae] ten deele beenagtig geworden. Ziet de 58. Figuur. Dezelve ader bewaar ik t'huys. De andere Ingewanden waren wel gestelt, behalven het Net, 't welk in 't geheel verteert was.