Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken
(1744)–Fredericus Ruysch– Auteursrechtvrij
[pagina 109]
| |||||||||||
nevens het gedarmte, zoo in een getrokken worden, dat zy niets minder, als na maag en darmen gelyken. Een voorbeeld van dit quaad, heb ik getoont in een dood lighaam van een zeker Edelman, in tegenwoordigheyd van den Heer Piso en de Dieu, zeer vermaarde Medicyns; als mede den Chirurgyn Anthony Paemburg: wiens maag gy zoudet gezegt hebben, dat in een darm verandert was. Ziet de 56. Figuur. | |||||||||||
Uytlegging van de LVI. figuur.
|
A. | Een zeer toegenepene mensche maag, genomen uyt een bejaard lighaam. |
B. | De linker mond van de maag. |
C. | De regter mond, of uytgang [pylorus] van de maag. |
D. | Een gedeelte van de twaalf vingerige [duodenum] darm. |
E. | Een kleyn gedeelte van de keel [oesophagus] of slokdarm. |