XLVI. Aanmerking.
Een waterzugt van de buyk uyt waterblaasjes [hydatides] bestaande.
Van de ongeneeslyke ongemakken die ons dikmaals voorkomen, word niet zonder reden gezegt, dat het altyd niet in de handen der Medicyns staat, om de Zieke te herstellen. Wie van de Medicyns kan een water in de buyk, dat lymig en in vliezen besloten is, genezen? waar van wy wel veele exempelen hebben gezien, en by de Autheuren gelezen: maar nogtans geheugd my geen wonderlyker historie van deze zaake te hebbe verstaan, als die, dewelke my voor eenige Jaaren is voorgekomen in de St. Jansstraat, alwaar ik in tegenwoordigheyd van Mr. Pieter Adriaansz. opende het doode lighaam van een bejaarde Dogter, welkers holte der buyk, die zeer uytgestrekt was, wy zagen, geheel vervult te zyn met onnoemelyke zakjens of blaasjens, vol van een taaye en lymige stoffe. Zommige van die blaasjens hadden de groote van een kleyne vuyst, andere byna als een groote okkernoot, veele quamen overeen met de groote van een haazenoot. Ziet de 42. Figuur.
Of nu het voorwerp van deze blaasjens klieren waren van 't darmscheyl in blaasjens, of zoo gy liever wilt zeggen, waterblaasjens ('t geen ik zoude gelooven) verandert, of watervaten tegens de natuur uytgespannen, durf ik voor zeker niet zeggen: want door de kortheyd van tyd, en tegenwoordigheyd van de eygenzinnige bloedverwanten, wierden wy in de nadere onderzoeking gesteurt.