barnsteen: want zy was zoo omvangen van een zekere steenagtige schorze, als deze met eenig geweld ten deele afgeraspt was, vondt men in 't midden van de Coraal een gat: hoe dat deze steenagtige stoffe rondom de Coraal aangegroeyt is geweest, is niet ligt om uyt te leggen: daar zyn wel veele exempelen beschreven van diergelyke steenige korstagtige aangroeyingen in de blaas, welke wy kezen in Beverwyk, en andere Autheuren: maar dat zulks eveneens aangemerkt is geweest in de neus, geheugt my niet, als alleen dat de voorgemelde Heelmeester Pieter Adriaansz. my onlangs getoont heeft een steentje van een kars, 't welk lang in het bovenste van de neus gezeten was geweest, alwaar het ook met een steenagtige stoffe of korst omvangen was geworden, en eyndelyk quyt geraakt.