geperst, quam 'er zoodanig een bloedvloed, die nauwlyks te stelpen was. In zommige allergrootste Aneurismata heb ik ook ondervonden, dat 'er geen klopping konde gevoelt worden.
Onlangs heb ik met de ervaare Heelmeester Willard gevisiteert een Soldaat, by de Nes, agter de Vleesch-hal, die in zyn borst droeg een Aneurisma van zelfs voortgekomen, van zoo een monstreuse groote, dat het met een middelmatig kussen, die men op de stoelen gebruykt, (de vierhoeken weggenomen zynde, want de gezegde Aneurisma was rond) overeenquam. Veele dagen eer hy storf, barste dezelve op verscheyde plaatzen van zelfs open, zonder groote storting van bloed; en dat aan te merken is, de klopping, die van te vooren zeer sterk was, bleef eenige weeken voor de opening geheel weg, 't welk gy goedgunstige Lezer zult gelooven, indien gy hoort, dat na zyn dood de Aneurisma (welke zyn oorspronk had genomen uyt de groote slag-ader, omtrent drie dwarse vingeren breet boven het herte) van my bevonden is geweest, als Leyen, die op elkander zitten (indien ik zoo spreeken mag) geplaast, of uyt ontallyke dikke, vleesagtige, en zeer taaye rokken op elkander leggende bestaande, tusschen welke rokken het overvloedig en gestold bloed verholen bleef. Het buytenste dezer rokken, welk eygentlyk de groote slag-ader was, had de breedte van een stroo. Staat verders aan te merken, dat byna alle de ribbens van de borst, als mede het borstbeen gelyk als tot niet waren gebragt, en byna de geheele borst daar van ontblood; gelyk men ook leezen kan in de voorgaande Aanmerking. Waar door zwaare ademhaling, flauwte, en geduurige koortze ontstonden, met al het welke de Patient veele weeken bezet was geweest.
Deze verhaalde zaaken schynen eenig ligt toe te brengen, om de bederving van de ribbens uyt te leggen; namentlyk, dewyl het bloed tusschen die schubbens of leyen stilstaande, aldaar een scherpigheyd aangenomen hebbende, allengskens doorvloeyt, en langzaam de beenen doorvreet. Het geen ik niet ligtelyk geloof, dat te vreezen staat in een simple uytzetting van de slag-ader, waar van wy gelooven dat de Aneurisma zyn oorspronk gemeenlyk neemt: alwaar door de geduurige toevloed van nieuw bloed, zoo wel een stilstand, als deszelfs scherpte belet werd.