XXIV. Aanmerking.
Een gedeelte van de zyde des Lyfmoeders in de baaring uytschietende.
Byna onnoemelyk zyn de ongemakken van de Lyfmoeder, onder welke eenige zoo zelden voorkomen, dat geen der Autheuren daar van gewag gemaakt heeft.
Onder deze ben ik van gevoelen, dat met regt gestelt mag worden, een waare uytzinking van de zyde des lighaams van de Lyfmoeder in baarende Vrouwen, welk ik eenmaal gezien heb.
Een zekere Vrouw op de Joode Breestraat in de baaring zittende, verviel door al te zware wee-en of neygingen in een hard gezwel, een kleyne vuyst groot, en dat alleen in de regter zyde van de schamelheyd. Dit gezwel ziende, heeft de Vroedvrouw bevoolen my te doen roepen, niet wetende wat het was. In de eerste opslag scheen het my toe, dat het een gedeelte van de moerkoek was, dewelke altemets uytgang zoekt voor het kind, 't welk my hier haast zoude bedroogen hebben: maar de zaak nauwkeuriger onderzogt hebbende, bevond ik dat het een gedeelte van de waare Lyfmoeder was, het geen