de Patient, ik zoude beter zeggen onpatient, begeeft zig den tweede dag na Jisp, van waar hy na eenige weeken ongeneeslyk weder is gekomen, tot op deze dag nog mank gaande.
Voor deze verwonderde ik my over de zagtigheyd van de Knieschyf in een versch gestorve lighaam, maar in een geraamte over deszelfs hardigheyd: en hoe veel deze knieschyven van elkander verscheelen, hebben wy met de zeer geleerde Heer Mattheus Sladus, Medicyne Doctor, zeer naukeurig onderzogt, en bevonden dezelve in hardigheyd hemels hoogte van elkander te verscheelen. Derhalven de oorzaak van deze dwaling, waar door zommige ontkennen dat de knieschyf niet breeken kan, schynt daar van daan gekomen te zyn, dat ze de knieschyven van geraamtens alleenlyk hebben nagezien. Want zy door de verdrooging zoo hart worden, dat gy ze qualyk kunt breeken, maar de versche alzoo niet: want wie ze allebeyde naukeurig heeft nagezien, zal bevinden dat de versche van buyten alleen met een harde korst bedekt zyn, maar inwendig met een spongieus beenige zelfsstandigheyd, gelyk als het tafel-scheydzel of diploë van het bekkeneel.