nu een verzameling vertoone, die veel grooter zou zyn geweest, ten zy zommigen, brandende door een begeerte tot schryven, en ondertusschen met een genoegzaame voorraad niet voorzien zynde, my nu en dan eenige aanmerkingen en proefstukken stilzwygend ontvreemt hadden, en zonder my te vragen of noemen, al van te vooren in 't ligt gebragt hadden. Of ze dit met een goed oogmerk om my van de moeyte van 't drukken te ontlasten, dan of ze dit met inzigt om haar naaktheyd met een andermans veeren te dekken, en daar ydelyk mede te pronken, zullen gedaan hebben, zal niet zwaar om te raaden voor die geenen zyn, dewelke de menschelyke verwaantheyd, en wat opgeblaaze geesten van zommige menschjes al durven onderneemen, grondig zullen gekent hebben. Laaten zy ondertusschen haar vrolyk maaken met haar schandaleuze en onregtvaardige roem; en gelyk dezelve enkel in de duysternis is geplant, zoo zullen ook de vrugten daar van in de duysternisse uytsterven. Het is my genoeg, die dingen, dewelke ik by der hand had, voor ditmaal by malkanderen verzaamelt de geleerde Werelt voor te stellen, op dat ik de verstandige en braave Heeren, en deszelfs herhaalde aanraadingen gehoorzaame. Waar van my geen wangunstig en nydig oog, welke het ook zyn mag, kan aftrekken. By aldien die geenen, dewelke gewoon zyn een anders zaaken te lasteren, een verkeert oordeel van dit myn werk vellen, en over het minste ingesloope foutje (zoo 'er eenig door menschelyke zwakheyd ingekome was) aanstonds zoeken te lachen; zal ik niets antwoorden, en niets anders zeggen, als
En Uw, Bescheyde Lezer, die genegen zyt onze aanmerkingen te lezen, laat deze onze Voorreden niet ophouden. Derhalven, zoo 't Uw behaagt, doorleest dit Werk van weynige blaaderen; waar door, met het beschouwen van der kranken meenigerhande ellenden, 't bespiegelen van uwe zwakheyd en de uytneementheyd der wonderlyke werken van den grooten God in de natuur, een beweeging om den Alwyzen Schepper te pryzen en te danken, en een geduurige opwekking daar toe in uw opkoome! Zyt gegroet, en vaart wel.