zoo ontallyke anderen, en gestadige weldaden omtrent my en myne vrienden, als ook voornamentlyk die, waar mede U Ed. Groot Agtb. my onlangs nog met een ander Hoogleeraar-ampt, namentlyk in de Kruyd-kunde, verwaardigt hebt, niet onder een ondankbaar stilzwygen begraven worden. Wat zou ik dog een beter blyk van myne dankbaarheyd, die meer overeenkomst had met myn Ampt van de Ontleed- en Heel-kunde te onderwyzen, (hoewel ik geheel en al buyten staat ben, U Ed. Groot Agtb. uytsteekende diensten omtrent my bewezen, te vergelden) te voorschyn kunne brengen, als deze verzameling van niet min nauwkeurige, als nuttige aangemerkte zaaken niet alleen, U Ed. Groot Agtb. voor 't gezigt te leggen, maar ook U Ed. Groot Agtb. wydtberoemde naam op te dragen; voornamentlyk, na dat ik door U Ed. Groot Agtb. toelaatinge daar en boven de zoogewenschte vryheyd verkregen hebbe van de doode lighaamen in 't gemeene Gasthuys te openen, en derzelver binnenste ingewanden te doorsnuffelen. Derhalven, Wel Ed. Groot Agtb. Heeren, heb ik de geschiedenis en 't gedrukt verhaal van dat geene, 't welk ik daar en elders heb mogen aanmerken, U Ed. Groot Agtb. ootmoediglyk opgedraagen, en in de schoot van U Ed. Groot Agtb. bescherming en goedgunstigheyd nedergeworpen, met een vast vertrouwen, dat deze myne blyk van myne schuldige gedienstigheyd omtrent U Ed. Groot Agtb. met die vriendelykheyd en genegentheyd van U Ed. Groot Agtb. zal werden aangenomen, waar mede U Ed. Groot Agtb. altyd gewoon zyt my zelfs te ontmoeten. De gunstige goedkeuring myner pogingen, die U Ed. Groot Agtb. ten allen tyden ongeveynsdelyk hebt gelieven te betuygen, doet my dit te meer hoopen. Ik bidde de groote goede God, Wel Edele Heeren, dat hy U Ed. Groot
Agtb. op 't langduurigste gezond bewaare, en U Ed. Groot Agtb. allen, en iegelyk in 't byzonder een gelukkige bestiering van dit gemeenebest, zeer heylzaame raadslaagen, en voorspoedige gevolgen van alle onderhandelingen, standvastig verleene. Amsterdam den 23. van Lentemaand. 1690.