Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij831.Blyven we by 't tegenwoordige. Die jeugd kan evenmin behoorlyk onderwys ontvangen voor kwart of achtste betaling, als 't ieder ander mogelyk is zich 't benoodigde aanteschaffen voor onevenredig-lagen prys. Men heeft gezien dat ik - niet uit gebrek aan hart waarachtig, dit is immers uit 648, 649, 650, 651 gebleken? - ieder zag dat ik, om praktisch te zyn, by 't behandelen van deze zaak, alle boekerig medelyden met den onderwyzer zelf op-zy zette, en de kwestie alleen beschouw uit het oogpunt van Staatsbelang. | |
[pagina 252]
| |
De vraag kan geopperd worden of de staat er belang by heeft dat de boeren goed onderwezen worden? Ik geloof, ja. Wie dit ontkent, dringe op afschaffing van de dorpsscholen aan, want hy moet elke cent die daaraan wordt ten-koste gelegd, afkeuren als 'n verspilling. Anderen willen 't verschil halveeren, de gewone uitweg van de velen die den moed missen 'n opinie te hebben. Zy zeggen: ‘onderwys voor 't gemeen, nu ja, maar... niet te veel! Verlichting, beschaving, 't zy zoo... maar in gepaste maat.’ Het komt me voor, dat zy die aldus spreken, in al te ‘gepaste maat’ verlicht zyn, en geen onderwys genoeg hebben genoten - of misschien 't rechte onderwys niet - om te weten wat onderwys is. Ik zal hierop later terugkomen, om nu niet aftedwalen van 't bepaalde onderwerp waartoe de verdienstelyke uitboezeming van den Heer hemkes me aanleiding gaf: de te karige bezoldiging van de onderwyzers. Men verontschuldigt die door de beoogde... matigheid van wat-i te leveren heeft. Ga naar voetnoot* Te veel verlichting zou de boeren lastig maken, onregeerbaar. Weldra zou 't ‘gemeen’ - dan òngemeen geworden zeker - koningen, kamerleden, gepensioneerden en renteniers wegjagen, kassen en banken plunderen...
Dit is de zuivere waarheid...
Lezer, ik jok. Het kaas- en Broodvolk was niet onmatig verlicht, en 't aantal geleerden dat deelnam aan den Boerenkryg, bitter gering. De Jacquerien die periodiek Europa beroerden - er staat daarvan 'n vreeselyke herhaling voor de deur - waren niet zeer precies gevolgen van overbeschaving, maar... Gy die op ‘maat’ van onderwys aandringt, behoeft dit alles niet te weten. En ook ik vergeet het voor 'n oogenblik. Ik geef u volmondig gelyk in de stelling dat 'n geleerde boerejongen uit kracht van z'n onverteerbare eruditie terstond aan 't plunderen gaat, en dat dus de bezitters wel moeten acht-geven op de ‘maat’ van onderwys... Maar eilieve, verdubbel dan oogenblikkelyk de traktementen van de schoolmeesters. De man van wien de heer hemkes spreekt, komt me voor 'n achtenswaardige persoon te zyn, doch 't kòn wezen dat 'n ander, minder braaf, gehitst tot wrevel over 't slecht beloonen van z'n arbeid, voorbedachte- | |
[pagina 253]
| |
lyk 'n verkeerde maat gaf, en z'n jongens opleidde tot geleerde roovers. Hoe zou dat u smaken? Denk eens wat er worden moet van de bezitters, indien de lieden wier geleerdmakende kracht ge zoo vreest, daarvan misbruik maken uit wraakzucht en honger? Om 's hemelswil, geeft hun behoorlyk te eten, den geweldenaars die met 'n paar hollandsche Graven te veel, of met 'n verhoogde dozis differentiaal, de Nederlandsche Bank kunnen doen tuimelen! Laat ons den man te-vriend houden van wiens maatjuistheid zooveel afhangt... Maat? Maar eilieve, betaalt gy ook uw geneesheer maar half, als-i halve geneesmiddelen voorschryft? Meent gy 't gevaar dat hy u met arsenik vergiftigen zal, aftekoopen door beknibbeling van loon? |
|