Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij806.Ik reteneerde m'n stoel, en maakte me dus schuldig aan 't vergryp waarover ik me zoo dikwyls erger in anderen. Op dergelyke publieke plaatsen ziet men gewoonlyk de helft van de zetels op non-aktiviteit. 't Afschaffen van dit ingeslopen misbruik zou veel bydragen tot komfort, de som van genot verhoogen, en dus deugdzaam zyn. (177, slot.) Bovendien ze staan leelyk - in alle beteekenissen - die tegen de tafeltjes leunende stoelen. | |
[pagina 213]
| |
Vooreerst is 't onbarmhartig, omdat de tafeltjes-zelf gewoonlyk kreupel zyn, en dus niet dan zeer onbillykerwyze kunnen belast worden met 't schragen van andere voorwerpen, waaraan de - goeie natuur door bemiddeling van den schrynwerker vier pooten gegeven heeft. Ieder moet op z'n eigen beenen staan, zooals betoogd werd in 573 en 795. En ten-tweede - de vergelyking met professers en leeken is uit - al die luie viervoetige torens van Pisa leggen 'n ongunstig getuigenis af van 't karakter der laatste bezitters. Een goed verstaander heeft maar 'n halven stoel noodig om den tekst te begrypen: ‘al verkies ikzelf nu rondteloopen, toch wil ik eigenaar blyven van 't besef dat daarginds tenmynen-genoege iets onbruikbaar wordt gemaakt voor 'n ander.’ Ligt hierin niet al de onstaathuishoudkundige nydigheid van de doode-hand? Eilieve, als onze ahasveros eens alle dorpels had omgekeerd, waarop-i niet rustte, wat zou er worden van de herberg Boschhek? Waar zou ik zitten, indien al de Engelen die vroeger de aarde bezochten, hun zetels tot ‘besproken plaats’ hadden verklaard? Die uit Genesis XIX schynen zoo onheusch geweest te zyn, en daarom zeker is 't nu in de streken waarloth woonde, zoo heel ongezellig. Ik voorspel geen beter toekomst aan 't Château des fleurs te Marseille. |
|