Ideën I
(1879)– Multatuli– Auteursrechtvrij409....de moeder begreep dat het voor den kleine nuttig wezen zou zich 'n beetje te gewennen aan ontbering. Daarom gelastte zy dat men Upsilon eenigen tyd geheel zonder speelgoed laten zou. Dit geschiedde. Men nam hem alles af. Zelfs de komeet waarmed-i aan 't kaatsen was met prinses Omikron, z'n zusje. Prins Upsilon was driftig van aard, en vergat zich in z'n uitdrukkingen zóóver dat hy iets onëerbiedigs zeide over zyne moeder. Ook prinses Omikron, verleid door zyn voorbeeld - want niets is verderfelyker dan slechte voorbeelden - wierp met driftig gebaar haar palet tegen 't heelal. En dat staat niet voor 'n meisje. Nu bestond er in 't ryk der geesten 'n wet dat wie 't ontzag voor de koningin uit het oog verloor, of iets tegen 't heelal aangooide, daarvoor zou worden gestraft met tydelyk verlies van alle waardigheid. Prins Upsilon werd 'n zandkorl. Na zich 'n paarduizend eeuwen goed gedragen te hebben, werd hem de heugelyke tyding meegedeeld dat-i bevorderd was tot mosplantje. In deze hoedanigheid paste hy braaf op, en deed wat 'n goed mosplantje behoort te doen. Op zekeren morgen ontwaakte hy als poliep. Dit geschiedde omstreeks den tyd toen de menschen begonnen hun spyzen te bereiden met vuur. | |
[pagina 328]
| |
Hy bouwde 'n paar werelddeelen, en werd 'n eeuw of duizend daarna tot belooning van z'n yver veranderd in 'n garnaal. Ook in deze betrekking had niemand de minste klachte over z'n gedrag, en weldra ging-i over in de klasse der zeeslangen. Hy vermaakte zich heel onschuldig door schuilhokje te spelen met de zeeluî Ga naar voetnoot* maar deed niemand kwaad, en kreeg daarop vier pooten, met rang van mastodont, en de vergunning zich wat te vertreden op 't land. Met wysgeerige gelatenheid schikte hy zich in dien nieuwen stand, en hield zich bezig met geologische opmerkingen. Een paar millioen eenwen later...
Als ik zoo van eeuwen spreek, houde men in 't oog dat al die tyd te-zamen genomen in het ryk der geesten maar 'n klein kwartiertje was... of juister: dat die tyd volstrekt niets was. Want tyd is uitgevonden tot gemak van de menschen, zooals wy spelboeken geven aan kinderen. Voor geesten is toen, nu en dan volkomen hetzelfde. Zy grypen gisteren, heden en morgen te-zamen met één blik, even als men zonder spellen | |
[pagina 329]
| |
'n woord leest. Wat was en wezen zal, is. Dit wisten de Egyptenaars en de Feniciërs heel goed, maar de Christenen hebben 't vergeten. Fancy begreep dat Wouter niet lezen kon, en daarom spelde ze hem Upsilon's geschiedenis vóór, zooals ik doe voor den lezer.
Een paar millioen eeuwen later alzoo, klom-i op tot olifant, en 'n geestminuut of wat dáárna, dat is dus tien jaren - menschelyke jaren ditmaal - vóór den aanvang van m'n verhaal, werd-i overgeplaatst in de klasse der menschen. Wat-i als olifant misdaan had, weet ik niet. Ga naar voetnoot* Maar, had fancy gezegd, om nu niet verder teruggezet, en om binnen weinig tyds hersteld te worden in z'n rang als prins van den geeste, moest-i nu als mensch braaf oppassen, geen roofliederen maken, niets verkwanselen, zelfs geen bybel... en dan zou 't wel gaan. Ook moest-i zich schikken in de sleepeloosheid van juffrouw Pieterse. ‘Dit wàs nu eenmaal zoo!’ zei fancy. |
|