Ideën I
(1879)– Multatuli– Auteursrechtvrij
[pagina 283]
| |
390.De lezer zal my ten-goede houden, dat ik wat luchtig heenstap over de verdere geschiedenis van dat salieblaadje, en dat ik ook in 't verder relaas van juffrouw Pieterse's avendje, my eenige afwyking veroorloof van den juisten tekst der gesprekken. Wat ik zeide in 387, moge waar zyn, doch: s'il faut de la boue, pas trop n'en faut, en zeker niet meer dan juist noodig is om te doen voelen hoe haastig, en in welke gemoedsstemming, Napoleon was aangekomen te Fontainebleau. Dit namelyk is uit 'n aesthetisch oogpunt de bedoeling van dat slyk, en wie er meer van geeft dan dààrtoe noodig is, doet gewis verkeerd. Even verkeerd zeker, als de schilder wien de moed ontbreken zou dat slyk te geven in 't geheel, uit vrees voor de ‘shockings’ van deze of gene geangliseerde kunstbeschouwster. Zonder in 't minst my te verantwoorden voor publiek, en uit luim alleen, verklaar ik hier dat ik den toon der Pietersen's noodig had in myn schildery, van myn Wouter, te myn Fontainebleau. Wie 't niet aanstaat, wordt op thee verzocht by schoone Amalia in 365. |
|