387.
Er zyn kunstrechters die 't 'n verdienste vinden in
Paul Delaroche, dat-i 't slyk op de
laarzen van
Napoleon te Fontainebleau zoo onachtzaam
geschilderd heeft. Maar ik beweer dat de beschouwer van iedere schildery, en de
lezers van ieder boek, recht hebben op onberispelyken modder, en dat de
schilder of schryver zich van de parerga niet mag afmaken met 'n
onachtzaamheid die denken doet aan mislukt jagen naar genialiteit. Niets moet
den grooten man te klein wezen, en ik zie niet in, waarom vrouw Stotter's
antwoord niet even goed het bestudeeren waard is als de tekst van 'n duistere
plaats in 't een of ander handschrift van onbekende personen. Men verdiept zich
in bespiegelingen over de juiste beteekenis van de hansworstjes op den muur der
wachtkamer te Pompeï, en zoekt daarin de oorzaken van den val des
Romeinschen ryks. We vinden 'n breede, hooge of diepe meening, in 't toevoegen
van twee letters aan Abram's naam. Wy hebben elkaar doodgeslagen - ik meen u en
my niet, lezer - de menschen hebben elkaar doodgeslagen om verschil van opinie
over de ware hoedanigheid van gegeten brood... wie zegt ons of 't slyk op de
laarzen waarvan ik sprak, niet eenmaal zal worden verheven tot 'n god, en of
niet alsdan de juiste kennis van dat vuil noodig wezen zal tot het erlangen van
de eeuwige zaligheid?
Dit nu eens aannemende als mogelyk - er zyn wel gekker dingen
gebeurd - is Delaroche dan niet misdadig? Delaroche, die door z'n onvergefelyke
slordigheid oorzaak zal wezen dat duizenden verdoemd worden? Want er zyn vele
soorten van modder, en er is maar één zaligheid.
En als 't nu eens later iemand in 't hoofd komt, vrouw Stotter te
verheffen tot algemeene baker van 't heele menschdom, zal 't dan niet
vóór alles noodig zyn nauwkeurig te weten wàt ze gezegd
heeft, en hòe ze 't gezegd heeft? Lieve menschen, moet het dan juist
hebreeuwsch wezen of plat-grieksch, wat u aantrekt? Wat my betreft, 'k wasch
m'n handen in onschuld, en ga terstond naar de Noordermarkt.