Natuurlijk kookboek van beproefde en ondervonden echte recepten voor een zindelijk huijshouden
(2012)–Marie Michon, Thérèse de Milly– Auteursrechtelijk beschermdKeukenrecepten en huishoudelijke recepten van Marie Michon en Thérèse de Milly (Maastricht, 1785 tot circa 1855)
[Folio 20]
| |
34. KreefftesoupMen neemt vyffentwintig rivierkreeften (als levendig sijn des te beter), laat die met een weynig sout kooken, dog niet soolang alsoff men deselve eeten wilden, sonder soupe van te maaken. Dan breekt men de staarten daaraff, en neemt daar de visch uijt. Dan stampt men die schaalen van de staarten, de koppen en de verdere schaalen in een steene mortier totdat redelijk fijn sijn, set dat dan op het vuur, in een nieuwe aarde pot met wat booter, en wat boullion van kalfsvlees, maar weynig dat het maar niet kan aanbranden, laat dat dan sagtjes kooken. Doet daar nu en dan weder boullion bij totdat men siet, men eene goede portie soup sal hebben. Als men een halff uur voordat men aan de tafel gaat, ziet dat de kragt uyt de schaalen en alles gekookt is, dan doet men het door een gaase teemsaant. loopen, met een lepel wel uijtgevreeven, laat dan dat nat weder een halff uur kooken, met wat stukjes pietercelywortel, die eerst in water moet gaargekookt | |
[Folio 21]
| |
worden. Van de vis die uyt de staarten gekoomen is, maakt men balletjes. Men mengt dat met wittebrood, in water geweekt, een eij, met een weynig notemuscaat, doet die dan in de soup als doorgedaan is. Als men de soup opdoet, dan doet men daar ook wat geroostert brood in. Men kan op dieselvde wijse ook soupe maaken van zeekreeften. Men neemt zoo van de rivier- als zeekreeften sooveel als men denkt nodig te hebben, om soupe te maaken. Als men levendige rivierkreeften overhoud, set men die in een viskaartjeaant., en laat dat in het water hange blyven eenige teyd in het leeven. Als men geene steene mortier heeft, leent men die, want moet absolut in geene kopere veysel off met eene kopere vijsel gestampt worden. |
|