Latijnse gedichten 1607-1620
(2004)–Constantijn Huygens– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 193]
| |
(120 Vaarwel van Constantijn Huygens bij zijn vertrek naar Engeland (Vervolg))aant.[13] Hier zal ik (mogen de sterren geven dat ik ongelijk heb) van ver het opstijgend geweeklaag over de ondergang van mijn vaderland beluisteren. [15] Hier zal ik, wat het lot ook moge zijn dat mijn Hollanders te wachten staat, een balling zijn om tenminste niet als landgenoot ongelukkig te zijn. [17] Hier zal ik mij aan koninklijke paleizen - wereldwonderen - en aan de sporen die u hebt nagelaten, Elisabeth, [19] hier zal ik mij aan marmer dat opweegt tegen Romulus' bouwwerken vergapen, als nieuweling met weetgierige blik. [21] Hier zal ik voorts een bezoeker zijn die niet nalatig is in het begroeten van de muzen van Cambridge, mijn liefste wens. [23] Hier zal ik mij - nu alleen in gedachten, dan in levende lijve verenigd met mijn vrienden - in jouw armen werpen, beminde Cesare. [25] Vaarwel, getwist, onenigheid, ruzies, redeloosheid, toorn; vaarwel, vrede in wapenrok; vaarwel, oorlog in toga. Ik vertrek; een zacht windje roept me. Vreedzaam Engeland, gegroet; Jacobus, machtige koning der Britten, wees welgezind.
Standvastig. Den Haag, 25 mei 1618. |
|