Latijnse gedichten 1607-1620
(2004)–Constantijn Huygens– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 187]
| |
(117 (Nederlands) (Vervolg))aant.[31] Houd op - vergeef me de woorden, vaderland, jammerlijke opeenstapeling van rampen, ik spreek niets dan de waarheid - [33] houd op het geloof dat is gemerkt met bloed dat heeft standgehouden temidden van Spaanse zwaarden en vuren, te bezoedelen. [35] Schud van u af al wat de misleidende dogma's aan nachtelijk duister in zich hebben, de omvergeworpen dogma's van de nieuwe leer. [37] Als echter, o, een liefhebber van nieuwheid werkelijk iets wil betekenen, dan mag het, ik keur het goed; laat je kennen als een màn, leg met je oude huid de smet van oude gewoonten af; eerst zó, ja zó kun je nieuw zijn. Alleen zó, maar dan wel vernieuwd met nieuwheid die de goden welgevallig is (Koning der goden, sta het toe), zó zal het jaar nieuw zijn.
Standvastig. |
|