Latijnse gedichten 1607-1620
(2004)–Constantijn Huygens– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 175]
| |
(113 Ode van Constantijn Huygens (Vervolg))aant.en zie ik er niet tegen op voor het vaderland mijn laatste dag te beleven - u ook (de tong die ons ongeluk bericht begeeft het bij het spreken) zult, losgerukt hoezeer uw voet zich ook verzet, eens uw kinderen verlaten (ach, ach!), geliefde panden van het huwelijksbed, nu uw lust en uw leven. [34] Eens zal het duister van de laatste nacht die ogen, die ik boven de mijne stel, toesluiten en zal uw gelukzalige ziel haar hemel terugzien, vanwaar zij vroeger is neergedaald. [39] Hoe zal het je dan te moede zijn, denk je, beklagenswaardige knaap, wanneer je je de duizend kussen weer te binnen brengt, de omhelzingen waarvan je dan beroofd bent? Wie zal dan, wie zal als welwillende lezer met gretige hand naar jouw gedichten grijpen? Wie zal zijn goedkeuring hechten aan je jeugdige pogingen? Voor wie zal dan de getokkelde snaar van de luit de lucht vullen met trillende klanken? Voor wie zullen de melodieën, zal de vlugge strijkstok van de viola da gamba voortsnellen? [50] Overstelpt door droefheid zul je de wildernis in vluchten, weg van het vaderlijk huis dat geen vader meer heeft, als een balling uit vrije wil - zoals een nachtegaal, weggevlucht van het nest waaruit haar kroost is verjaagd, hoog in een boom klaagt over de jongen die haar zijn ontnomen. Je zult wegvluchten van de kust der Hollanders, die getuige was van een zo groot verlies. [58] Je zult misschien rivieren, ja zeeën oversteken per schip, naar de Garamantes, naar de Indiërs. Wat zul je ermee winnen? Jijzelf zult rivieren, ja zeeën van tranen met je meedragen. De zorg, die sneller is dan de wind, volgt de ruiter, volgt de voetknecht, als een onafscheidelijke dienares. Laat alles achter, je zult jezelf niet ontvluchten, overal één en dezelfde. |
|