108 30 01 1616→ Ged., dl. 1 p. 82
Een anderaant.
‘Bij de goden!’, riepen de mensen die naar beneden waren gevallen, omdat een balk het had begeven. Niet één was er die zou kunnen roepen: ‘Wee mij!’ Het lot, Hoogheid, moet de uwen wel verwonden met uw kwetsuren, en evenzo kan het de uwen niet verwonden zonder u te verwonden. Laat de aarde sidderen, laat de golven dreunen, laat de hemel donderen en oplichten met bliksem, Frankrijk zal staan zolang u staat, vallen wanneer u valt.