Latijnse gedichten 1607-1620
(2004)–Constantijn Huygens– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 133]
| |
(93 Bede voor de zeer door luchtige prins Frederik Hendrik bij zijn vertrek naar Engeland, gericht aan Aeolus en Neptunus (Vervolg))aant.Zij toch is de edele nakomelinge van de grote Jacobus, die dit volk regeert met rechtvaardig gevoerde scepter - ze is u misschien meer bekend, vader Neptunus, omdat u die landen met de golven van de zee bespoelt. [17] Het meisje dan, verloofd met de held uit de Palts (Amor had hem daarvóór getroffen met eenzelfde punt, twee harten aaneensmedend met twee pijlen tegelijk), trof vol blijdschap voorbereidingen voor haar bruiloftsfeest, voor het begeerde huwelijk en de zoete verbintenis. [21] Ze vond onderwijl dat dit feest niet mocht plaatsvinden zonder onze glorie - ik herhaal: glorie (wie zou aarzelen Frederik Hendrik de glorie der Hollanders te noemen?); maar óver de druisende golven van de tussengelegen zee heen, nodigde ze hem uit voor het blijde huwelijksfeest, waardig en rein, het feest van haar verbinding in de echt. [26] Gij dan, twee goden gevreesd door vrome zeelui, en gij als eerste, vader Neptunus: wanneer hij over de groenblauwe wateren scheert en de zee, uw rijk, doorklieft met zijn nietig schip, rijs, ja, rijs in uw goedheid uit boven de zee met een vredig gelaat en houd de aan uw gezag onderworpen golven laag. Effen het pad voor de held, laat de zee stil zijn met weinig schuim, zodat hij behouden de kust met de gewenste haven bereikt, waar wilde onstuimigheid de Theems meesleurt naar de branding. [34] Gij ook, Aeolus (de koningin der goden belet het u niet en evenmin bevaart nu een door haar gehaat volk de Tyrrheense zee, Troje en de overwonnen goden van de stad met zich meevoerend naar Italië), houd de winden uit andere richtingen opgesloten in uw kerker - iets wat gij kunt. Laat de goede vrij, zodat die al blazend het schip voortduwt en de zeilen aan de hoog opgerichte mast bol doet staan. [40] Als ons gedicht, als Holland, als Engeland onvoldoende drijfveer voor u is, laat dan tenminste Cupido uw drijfveer zijn. Het misstaat immers niet, als u ooit in uw hart het zoet vergif van de liefdessmart hebt gevoeld, hem eens met een zo gering iets dank te betuigen.
16 jaar, 1613. |
|