Latijnse gedichten 1607-1620
(2004)–Constantijn Huygens– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 93]
| |
(76 Nieuwjaarsgeschenk (Vervolg))aant.ik ben het, die als eerste de stervelingen leerde een weerklinkend lied te maken en de snaren van de citer te spannen; ik ben het, die de Delphische orakelspreuken met meerduidige voorspellingen oproep en geheimenissen ontruk aan het verborgen allerheiligste. [41] Je zult, denk ik, bij het horen van de naam Phoebus meteen weten welke rei dit is: wie mij goed kent, kent ook hen. We hebben de Aonische velden verlaten en - zie, jongen! - komen naar jullie streken, de goden op bezoek bij de stervelingen, opdat de Aonische Muzen samen met jou je blijdschap uitdragen en opdat we voor jouw vader nieuwjaarswensen zingen voor het nieuwe jaar.’ [47] Zo sprak hij en bij zijn citerspel melodieën met zijn stem voegend liet hij zich aldus horen - de hoog oprijzende wouden weergalmden van het gezang en de echo verdubbelde de opgevangen geluiden in de dalen: | |
Apollo[50] Welaan nu Muzen, welaan Muzen tezamen, wij hebben een verzoek. Als wij vrij van zorg iets onbetekenends hebben gedicht dat ook dit jaar voortleeft, laat, Muzen, de citer klinken. [54] Laat de citer klinken en verdrijf droeve smarten uit uw gedachten. Laat hier geen plaats zijn voor zorgen, maar werp ze in de snelle golven tot prooi van de felle wind. [58] Laat ook welluidend snarenspel horen, zodanig als u, negen zusters, past. Zie, er komt weer een nieuw jaar, zingt allen nieuwjaarswensen. | |
Calliope (1)Zoals de golf die een andere golf wegdringt, ook weggedrongen wordt, zoals de dag die met zijn licht wegdringt, ook weggedrongen wordt, zoals het uur dat een ander uur wegdringt, ook weggedrongen wordt, [65] zo, zo vlieden de ongrijpbare ogenblikken, zo snellen ze met gelijke tred voort, zo vluchten ze tegelijkertijd; en altijd zijn ze nieuw: wat tevoren is geweest, dat zal er niet meer zijn; en dàt wordt reeds achtergelaten en zal er morgen niet zijn wat vandaag is geweest; [70] zo, zo vlieden de ongrijpbare ogenblikken. | |
Clio (2)[71] Zie, wederom is er een nieuw jaar, een zeer welkom jaar, waaraan het eigen is geregeld terug te keren. Hef nu allen gezang aan, mannen, jongens en meisjes, laat de gehele wereld dit vieren. |
|