Adyosi / Afscheid
(1994)–Albert Helman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 156]
| |
Lied aan de Guyana'saant.(Luz Maria Durand) Drie Guyana's als drie vensters
uitziend naar het morgenrood...
Drie Guyana's, drie gezusters,
dochters van een koning groot.
*
Suriname, steeds in 't midden,
heeft een glimlach van de zee
en gewar van dichte bossen zijn haar armen alle twee,
stevig in hun diepe omhelzing...
*
En terwijl de nevels glijden,
zilvervissen in de lucht,
gaan en komen onophoudelijk
neger-ritmen, het gerucht
van de pauken, 't grillig mengsel
van geschreeuw en hoog gejoel,
waarvan de echo's palmenrijen
wuiven doen in de avond zwoel,
net als dansende Javaansen,
Hindostaansen en Chinezen,
onvermoeid van wervellust.
*
Bleekgewangde drie Guyana's,
met als bloed de toverstroom
die verlangens van het Oosten
mengt in de ader van het Westen
| |
[pagina 157]
| |
tot een magnifieke droom, -
van u drieën hangt de grootheid
af der wezens van weleer,
die verrijzen en zich rijen
aan uw ideaal, uw vrije
toekomst, licht van zon en eer...
*
Uw nacht is een ‘kotomisi’
met een wijde, donkere rok,
rijkelijk geborduurd met sterren
van uw schitterend wachtend lot,
wijzend naar de naaste jaren...
En wanneer de babbelwind
harmonieus zijn ‘taki-taki’
langs 't exotisch pad begint,
dat oneindig ver zich uitstrekt
onder 't koningspalmenbos,
woelt het lachen van bevrijde
slaven nieuwe klanken los:
schoonste hymne ooit aangeheven
door de mensheid aan het Leven!
|
|